27.1.17. Vector algemeen

27.1.17.1. Projectie toekennen

Wijst een nieuwe projectie toe aan een vectorlaag.

Het maakt een nieuwe laag met exact dezelfde objecten en geometrieën als die van de invoer, maar toegewezen aan een ander CRS. De geometrieën worden niet opnieuw geprojecteerd, maar aan hen wordt slechts een ander CRS toegewezen.

Dit algoritme kan worden gebruikt om lagen te repareren die een onjuiste projectie hebben toegewezen gekregen.

Attributen worden niet aangepast door dit algoritme.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Vectorlaag met verkeerd of ontbrekend CRS

Toegewezen CRS

CRS

[crs]

Standaard: EPSG:4326 - WGS84

Selecteer het nieuwe toe te wijzen CRS voor de vectorlaag

Toegewezen CRS

Optioneel

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

  • Aan laag toevoegen…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Toegewezen CRS

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Vectorlaag met toegewezen projectie

Pythoncode

ID algoritme: native:assignprojection

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.2. Bulk geocodering Nominatim

Voert geocoderen in bulk uit met behulp van de service Nominatim tegen een veld tekenreeks van een invoerlaag. De uitvoerlaag zal een geometrie punt hebben die de geogecodeerde locatie weergeeft, als ook een aantal attributen die zijn geassocieerd aan de geogecodeerde locatie.

checkbox Maakt objecten op hun plaats aanpassen mogelijk voor objecten punt

Notitie

Dit algoritme voldoet aan het gebruiksbeleid van de service voor geocodering Nominatim die wordt verschaft door de OpenStreetMap Foundation.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Vectorlaag waaruit de objecten moeten worden voorzien van geocodering

Adresveld

FIELD

[tabelveld: string]

Veld dat de adressen bevat voor geocodering

Voorzien van geocode

OUTPUT

[vector: punt]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoerlaag die alleen de adressen met geocode bevat. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

  • Aan laag toevoegen…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Voorzien van geocode

OUTPUT

[vector: punt]

Vectorlaag met objecten punt die corresponderen met de adressen met geocode

Pythoncode

ID algoritme: native:batchnominatimgeocoder

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.3. Laag converteren naar Favoriete plaatsen

Maakt Favoriete plaatsen, corresponderend met het bereik van objecten die zijn opgenomen in een laag.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: lijn, polygoon]

De invoer vectorlaag

Doel Favoriete plaats

DESTINATION

[enumeratie]

Standaard: 0

Selecteer het doel voor de Favoriete plaatsen. Één van:

  • 0 — Favoriete plaatsen van project

  • 1 — Favoriete plaatsen van gebruiker

Veld Naam

NAME_EXPRESSION

[expressie]

Veld of expressie dat namen zal geven aan de gemaakte Favoriete plaatsen

Groeperingsveld

GROUP_EXPRESSION

[expressie]

Veld of expressie dat groepen zal maken voor de gemaakte Favoriete plaatsen

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Aantal toegevoegde Favoriete plaatsen

COUNT

[getal]

Pythoncode

ID algoritme: native:layertobookmarks

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.4. Favoriete plaatsen converteren naar laag

Maakt een nieuwe laag die objecten polygoon bevat voor opgeslagen Favoriete plaatsen. Het exporteren kan worden gefilterd op alleen Favoriete plaatsen die tot het huidige project behoren, op alle Favoriete plaatsen van de gebruiker, of een combinatie van beide.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Bron Favoriete plaats

SOURCE

[enumeratie] [lijst]

Standaard: [0,1]

Selecteer de bron(nen) voor de Favoriete plaatsen. Één of meer van:

  • 0 — Favoriete plaatsen van project

  • 1 — Favoriete plaatsen van gebruiker

Uitvoer CRS

CRS

[crs]

Standaard: EPSG:4326 - WGS84

Het CRS van de uitvoerlaag

Uitvoer

OUTPUT

[vector: polygoon]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoerlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Uitvoer

OUTPUT

[vector: polygoon]

De uitvoer (Favoriete plaatsen) vectorlaag

Pythoncode

ID algoritme: native:bookmarkstolayer

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.5. Index voor attributen aanmaken

Maakt een index van een veld in de attributentabel om bevragingen sneller te maken. De ondersteuning voor het maken van indexen is afhankelijk van de provider van de gegevenslaag en het type veld.

Er wordt geen uitvoer gemaakt: de index wordt opgeslagen op de laag zelf.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Selecteer de vectorlaag die u wilt gebruiken om een index voor attributen te maken

Attribuut voor de index

FIELD

[tabelveld: elk]

Veld van de vectorlaag

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Geïndexeerde laag

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Een kopie van de invoer vectorlaag met een index voor het gespecificeerde veld

Pythoncode

ID algoritme: native:createattributeindex

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.6. Ruimtelijke index maken

Maakt een index om toegang tot de objecten in een laag sneller te maken, gebaseerd op hun ruimtelijke locatie. Ondersteuning voor het maken van ruimtelijke indexen is afhankelijk van de provider van de gegevenslaag.

Er worden geen nieuwe lagen voor uitvoer gemaakt.

Standaard menu: Vector ► Datamanagement-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Geïndexeerde laag

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Een kopie van de invoer vectorlaag met een ruimtelijke index

Pythoncode

ID algoritme: native:createspatialindex

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.7. Projectie voor Shapefile definiëren

Stelt het CRS (projectie) van een bestaande gegevensset in de indeling Shapefile in op het opgegeven CRS. Dit is bijzonder nuttig als een gegevensset in de indeling Shapefile het bestand prj mist en u de juiste projectie weet.

In tegenstelling tot het algoritme Projectie toekennen, past het de huidige laag aan en zal het geen nieuwe laag uitvoeren.

Notitie

Voor gegevenssets van Shapefile zullen de bestanden .prj en .qpj worden overschreven - of gemaakt indien ze ontbreken - om overeen te komen met het opgegeven CRS.

Standaard menu: Vector ► Datamanagement-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Vectorlaag met ontbrekende informatie voor projectie

CRS

CRS

[crs]

Selecteer het toe te wijzen CRS voor de vectorlaag

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

INPUT

[hetzelfde als invoer]

De invoer vectorlaag met de gedefinieerde projectie

Pythoncode

ID algoritme: qgis:definecurrentprojection

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.8. Duplicaten van geometrieën verwijderen

Zoekt en verwijdert duplicaten van geometrieën.

Attributen worden niet gecontroleerd, dus in het geval dat twee objecten identieke geometrieën hebben, maar verschillende attributen, zal slechts één ervan worden toegevoegd aan de laag met resultaten.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De laag met duplicaat-geometrieën die u wilt opruimen

Schoongemaakt

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoerlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Aantal verwijderde duplicaatrecords

DUPLICATE_COUNT

[getal]

Aantal verwijderde duplicaatrecords

Schoongemaakt

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

De uitvoer vectorlaag zonder duplicaat-geometrieën

Aantal behouden records

RETAINED_COUNT

[getal]

Aantal unieke records

Pythoncode

ID algoritme: native:deleteduplicategeometries

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.9. Duplicaten verwijderen op attribuut

Verwijdert duplicaatrijen door alleen rekening te houden met het/de gespecificeerde veld / velden. De eerste overeenkomende rij zal worden behouden, en duplicaten zullen worden verwijderd.

Optioneel kunnen deze duplicaatrecords worden opgeslagen naar een afzonderlijke uitvoer, voor analyse.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De invoerlaag

Veld waarvoor duplicaten moet overeenkomen

FIELDS

[tabelveld: elk] [lijst]

Velden die duplicaten definiëren. Objecten met identieke waarden voor al deze velden worden geacht duplicaten te zijn.

Gefilterd (geen duplicaten)

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoerlaag die de unieke objecten bevat. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Gefilterd (duplicaten)

Optioneel

DUPLICATES

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Uitvoer overslaan]

Specificeer de uitvoerlaag die alleen de duplicaten bevat. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Gefilterd (duplicaten)

Optioneel

DUPLICATES

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Uitvoer overslaan]

Vectorlaag die de verwijderde objecten bevat. Zal niet worden gemaakt indien niet gespecificeerd (gelaten als [Uitvoer overslaan]).

Aantal verwijderde duplicaatrecords

DUPLICATE_COUNT

[getal]

Aantal verwijderde duplicaatrecords

Gefilterd (geen duplicaten)

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Vectorlaag die de unieke objecten bevat.

Aantal behouden records

RETAINED_COUNT

[getal]

Aantal unieke records

Pythoncode

ID algoritme: native:removeduplicatesbyattribute

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.10. Wijzigingen in gegevensset detecteren

Vergelijkt twee vectorlagen en bepaalt welk objecten niet gewijzigd, toegevoegd of verwijderd zijn tussen die twee. Het is ontworpen voor het vergelijken van twee verschillende versies van dezelfde gegevensset.

../../../../_images/detect_change.png

Fig. 27.46 Voorbeeld Wijzigingen in gegevensset detecteren

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Originele laag

ORIGINAL

[vector: elke]

De vectorlaag die wordt beschouwd als de originele versie

Gereviseerde laag

REVISED

[vector: elke]

De gereviseerde of aangepaste vectorlaag

Attributen waarmee rekening moet worden gehouden voor een overeenkomst

Optioneel

COMPARE_ATTRIBUTES

[tabelveld: elk] [lijst]

Attributen waarmee rekening moet worden gehouden voor een overeenkomst. Standaard worden alle attributen vergeleken.

Gedrag voor vergelijken van geometrie

Optioneel

MATCH_TYPE

[enumeratie]

Standaard: 1

Definieert de criteria voor vergelijken. Opties:

  • 0 — Exacte overeenkomst: bevat de volgorde en het aantal punten van geometrieën

  • 1 — Tolerante overeenkomst (Topologische gelijkheid): geometrieën worden als gelijk beschouwd

Ongewijzigde objecten

Optioneel

UNCHANGED

[vector: hetzelfde als de Originele laag]

Specificeer de uitvoerlaag die de ongewijzigde objecten bevat. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Toegevoegde objecten

Optioneel

ADDED

[vector: hetzelfde als de Originele laag]

Specificeer de uitvoerlaag die de toegevoegde objecten bevat. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Verwijderde objecten

Optioneel

DELETED

[vector: hetzelfde als de Originele laag]

Specificeer de uitvoerlaag die de verwijderde objecten bevat. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Ongewijzigde objecten

UNCHANGED

[vector: hetzelfde als de Originele laag]

Vectorlaag die de ongewijzigde objecten bevat.

Toegevoegde objecten

ADDED

[vector: hetzelfde als de Originele laag]

Vectorlaag die de toegevoegde objecten bevat.

Verwijderde objecten

DELETED

[vector: hetzelfde als de Originele laag]

Vectorlaag die de verwijderde objecten bevat.

Aantal ongewijzigde objecten

UNCHANGED_COUNT

[getal]

Aantal ongewijzigde objecten.

Aantal toegevoegde objecten in gereviseerde laag

ADDED_COUNT

[getal]

Aantal toegevoegde objecten in gereviseerde laag.

Aantal verwijderde objecten uit originele laag

DELETED_COUNT

[getal]

Aantal verwijderde objecten uit originele laag.

Pythoncode

ID algoritme: native:detectvectorchanges

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.11. Geometrieën verwijderen

Maakt een eenvoudige kopie zonder geometrie van de attributentabel van de invoerlaag van de bronlaag.

Als het bestand wordt opgeslagen in een lokale map kunt u kiezen uit veel verschillende bestandsindelingen.

checkbox Maakt objecten op hun plaats aanpassen mogelijk voor objecten punt, lijn en polygoon

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De invoer vectorlaag

Verwijderde geometrieën

OUTPUT

[tabel]

Specificeer de uitvoerlaag zonder geometrieën. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

  • Aan laag toevoegen…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Verwijderde geometrieën

OUTPUT

[tabel]

De uitvoerlaag zonder geometrieën. Een kopie van de originele attributentabel.

Pythoncode

ID algoritme: native:dropgeometries

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.12. SQL uitvoeren

Voert een eenvoudige of complexe query met syntaxis van SQL uit op de bronlaag.

Databronnen voor invoer worden geïdentificeerd met input1, input2inputN en een eenvoudige query zou eruit zien als SELECT * FROM input1.

Naast een eenvoudige query kunt u expressies of variabelen toevoegen binnen de parameter SQL query zelf. Dit is in het bijzonder nuttig als dit algoritme wordt uitgevoerd in een model van Processing en u wilt een model invoer gebruiken als een parameter van de query. Een voorbeeld van een query zou dan zijn SELECT * FROM [% @table %] waar @table de variabele is die de model invoer identificeert.

Het resultaat van de query zal worden toegevoegd als een nieuwe laag.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Aanvullende databronnen voor invoer (input1, …, inputN genoemd in de query)

INPUT_DATASOURCES

[vector: elke] [lijst]

Lijst van te bevragen lagen. In de bewerker voor SQL kunt u naar deze lagen verwijzen met hun echte naam, maar ook als invoer1, invoer2, invoerN, afhankelijk van hoeveel lagen zijn gekozen.

SQL-query

INPUT_QUERY

[tekenreeks]

Typ de tekenreeks van uw query voor SQL, bijv. SELECT * FROM input1.

Uniek veld voor identificatie

Optioneel

INPUT_UID_FIELD

[tekenreeks]

Specificeer de kolom met de unieke ID

Geometrie-veld

Optioneel

INPUT_GEOMETRY_FIELD

[tekenreeks]

Specificeer het geometrie-veld

Type geometrie

Optioneel

INPUT_GEOMETRY_TYPE

[enumeratie]

Standaard: 0

Kies de geometrie voor het resultaat. Standaard zal het algoritme het automatisch detecteren. Één van:

  • 0 — Automatisch detecteren

  • 1 — Geen geometrie

  • 2 — Point

  • 3 — LineString

  • 4 — Polygon

  • 5 — MultiPoint

  • 6 — MultiLineString

  • 7 — MultiPolygon

CRS

Optioneel

INPUT_GEOMETRY_CRS

[crs]

Het CRS dat aan de uitvoerlaag moet worden toegewezen

SQL uitvoer

OUTPUT

[vector: elke]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoerlaag die wordt gemaakt door de query. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

SQL uitvoer

OUTPUT

[vector: elke]

Vectorlaag gemaakt door de query

Pythoncode

ID algoritme: qgis:executesql

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.13. Lagen naar DXF exporteren

Exporteert lagen naar een bestand DXF. Voor elke laag kunt u een veld kiezen waarvan de waarden worden gebruikt om objecten te splitsen in de gemaakte doellagen in de uitvoer voor DXF.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlagen

LAYERS

[vector: elke] [lijst]

Te exporteren invoer vectorlagen

Symbologie modus

SYMBOLOGY_MODE

[enumeratie]

Standaard: 0

Type symbologie die moet worden toegepast op de uitvoerlagen. U kunt kiezen uit:

  • 0 — Geen symbologie

  • 1 — Objectsymbologie

  • 2 — Symbologie symboollaag

Symbologie schaal

SYMBOLOGY_SCALE

[schaal]

Standaard: 1:1 000 000

Standaard schaal voor de gegevensexport.

Codering

ENCODING

[enumeratie]

Codering die moet worden toegepast op de lagen.

CRS

CRS

[crs]

Het CRS van de uitvoerlaag kiezen

Titel van laag als naam gebruiken

USE_LAYER_TITLE

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Benoem de uitvoerlaag met de titel van de laag (zoals ingesteld in QGIS) in plaats van de naam van de laag.

2D uitvoer forceren

FORCE_2D

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Labels als elementen MTEXT exporteren

MTEXT

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Labels als elementen MTEXT of TEXT exporteren

DXF

OUTPUT

[bestand]

Standaard: [Opslaan naar tijdelijk bestand]

Specificatie van het uitvoer DXF-bestand. Één van:

  • Opslaan naar tijdelijk bestand

  • Opslaan als bestand…

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

DXF

OUTPUT

[bestand]

.DXF bestand dat de invoerlagen bevat

Pythoncode

ID algoritme: native:dxfexport

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.14. Geselecteerde objecten uitnemen

Slaat de geselecteerde objecten als een nieuwe laag op.

Notitie

Als de geselecteerde laag geen geselecteerde objecten heeft, zal de nieuw gemaakte laag leeg zijn.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Laag waaruit de selectie moet worden geselecteerd

Geselecteerde objecten

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de vectorlaag voor de geselecteerde objecten. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Geselecteerde objecten

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Vectorlaag met alleen de geselecteerde objecten, of zonder objecten als niets werd geselecteerd.

Pythoncode

ID algoritme: native:saveselectedfeatures

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.15. Codering Shapefile uitnemen

Neemt de informatie uit voor de codering van attributen, die is ingebed in een Shapefile. Zowel de codering die is gespecificeerd in een optioneel bestand .:file:.cpg als details voor de codering die aanwezig zijn in het .dbf LDID kopblok worden uitgenomen.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Laag van ESRI Shapefile (.SHP) waaruit de informatie voor de codering moet worden uitgenomen.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Shapefile codering

ENCODING

[tekenreeks]

Informatie voor de codering gespecificeerd in het invoerbestand

CPG-codering

CPG_ENCODING

[tekenreeks]

Informatie voor de codering gespecificeerd in een optioneel bestand .CPG

LDID-codering

LDID_ENCODING

[tekenreeks]

Informatie voor de codering gespecificeerd in het .dbf LDID kopblok

Pythoncode

ID algoritme: native:shpencodinginfo

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.16. Projectie zoeken

Maakt een verkorte lijst van kandidaat coördinaten referentiesystemen, bijvoorbeeld voor een laag met een onbekende projectie.

Het gebied, dat de laag verwacht wordt te bedekken, moet zijn gespecificeerd via de parameter Doelgebied. Het coördinaten referentiesysteem voor dit doelgebied moet bekend zijn bij QGIS.

Het algoritme werkt door het bereik van de laag te testen in elk bekend referentiesysteem en dan die te vermelden waarvan de grenzen nabij het doelgebied liggen, als de laag in deze projectie zou zijn.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Laag met onbekende projectie

Doelgebied voor laag (xmin, xmax, ymin, ymax)

TARGET_AREA

[bereik]

Het gebied dat de laag bedekt.

Beschikbare methoden zijn:

  • Uit laag berekenen…: gebruikt het bereik van een laag die in het huidige project is geladen

  • Berekenen uit kaart afdruklay-out…: gebruikt het bereik van een afdruklay-out kaart-item in het actieve project

  • Berekenen uit Favoriete plaats…: gebruikt het bereik van een opgeslagen Favoriete plaats

  • Huidige bereik van kaartvenster gebruiken

  • Tekenen in kaartvenster: klik en sleep een rechthoek die het gebied beperkt tot dat waarmee rekening moet worden gehouden

  • Voer de coördinaten in als xmin, xmax, ymin, ymax

CRS-kandidaten

OUTPUT

[tabel]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de tabel (laag zonder geometrie) voor de suggesties voor het CRS (EPSG-codes). Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

CRS-kandidaten

OUTPUT

[tabel]

Een tabel met alle CRSen (EPSG-codes) van de overeenkomende criteria.

Pythoncode

ID algoritme: qgis:findprojection

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.17. Relatie afvlakken

Vlakt een relatie af voor een vectorlaag, exporteert een enkele laag die één ouderobject per gerelateerd object bevat. Dit ouderobject bevat alle attributen voor de gerelateerde objecten. Dit maakt het mogelijk de relatie te verkrijgen als een gewone tabel die bijv. kan worden geëxporteerd naar CSV.

../../../../_images/flatten_relationship.png

Fig. 27.47 Formulier van een region met gerelateerde kinderen (links) - Een duplicaat region-object voor elk gerelateerd kind, met samengevoegde attributen (rechts)

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Laag met de relatie die gede-normaliseerd zou moeten worden

Afgevlakte laag

Optioneel

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer (afgevlakte) laag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Afgevlakte laag

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Een laag die hoofdobjecten bevat met alle attributen voor de gerelateerde objecten

Pythoncode

ID algoritme: native:flattenrelationships

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.18. Attributen koppelen op veldwaarde

Neemt een invoer vectorlaag en maakt een nieuwe vectorlaag die een uitgebreide versie is van die van de invoer, met aanvullende attributen in zijn attributentabel.

De aanvullende attributen en hun waarden worden uit een tweede vectorlaag genomen. Een attribuut is geselecteerd in elk van hen om de criteria voor het samenvoegen te definiëren.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag. De uitvoerlaag zal bestaan uit de objecten van deze laag met attributen van overeenkomende objecten in de tweede laag.

Tabelveld

FIELD

[tabelveld: elk]

Veld van de bronlaag te gebruiken voor het samenvoegen

Invoerlaag 2

INPUT_2

[vector: elke]

Laag met de te koppelen attributentabel

Tabelveld 2

FIELD_2

[tabelveld: elk]

Veld van de tweede (koppel-) laag om te gebruiken om samen te voegen. Het type veld moet gelijk zijn aan (of compatibel met) het type tabelveld voor de invoer.

Velden van laag 2 om te kopiëren

Optioneel

FIELDS_TO_COPY

[tabelveld: elk] [lijst]

Selecteer de specifieke velden die u wilt toevoegen. Standaard worden alle velden toegevoegd.

Verbindingsstijl

METHOD

[enumeratie]

Standaard: 1

Het type van de uiteindelijke gekoppelde laag. Één van:

  • 0 — Afzonderlijk object maken voor elk overeenkomend object (één-tot-veel)

  • 1 — Alleen attributen gebruiken van eerste overeenkomende object (één-tot-één)

Records verwijderen die niet konden worden gekoppeld

DISCARD_NONMATCHING

[Booleaanse waarde]

Standaard: True

Selecteren als u de objecten, die niet konden worden gekoppeld, niet wilt behouden

Voorvoegsel samengevoegde velden

Optioneel

PREFIX

[tekenreeks]

Voeg een voorvoegsel toe aan gekoppelde velden om ze gemakkelijk te kunnen identificeren en botsingen tussen namen van velden te vermijden

Samengevoegde laag

Optioneel

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag voor de koppeling. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Niet samen te voegen objecten uit eerste laag

Optioneel

NON_MATCHING

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Uitvoer overslaan]

Specificeer de uitvoer vectorlaag voor niet samen te voegen objecten uit de eerste laag. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Aantal niet samen te voegen objecten uit invoertabel

JOINED_COUNT

[getal]

Niet samen te voegen objecten uit eerste laag

Optioneel

NON_MATCHING

[hetzelfde als invoer]

Vectorlaag met de niet-overeenkomende objecten

Samengevoegde laag

Optioneel

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Uitvoer vectorlaag met toegevoegde attributen van de koppeling

Aantal samengevoegde objecten uit invoertabel

Optioneel

UNJOINABLE_COUNT

[getal]

Pythoncode

ID algoritme: native:joinattributestable

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.19. Koppel attributen op basis van plaats

Neemt een invoer vectorlaag en maakt een nieuwe vectorlaag die een uitgebreide versie is van die van de invoer, met aanvullende attributen in zijn attributentabel.

De aanvullende attributen en hun waarden worden uit een tweede vectorlaag genomen. Een ruimtelijk criterium wordt toegepast om de waarden uit de tweede vectorlaag te selecteren die worden toegevoegd aan elk object uit de eerste laag.

Standaard menu: Vector ► Datamanagement-gereedschap

Ruimtelijke relaties verkennen

Geometrische gezegdes zijn functies met Booleaanse waarden die worden gebruikt om de ruimtelijke relatie te bepalen die een object heeft met een ander door te vergelijken of en hoe hun geometrieën een portie van hun ruimte delen.

../../../../_images/selectbylocation.png

Fig. 27.48 Zoeken naar ruimtelijke relaties tussen lagen

Gebruik makend van de afbeelding hierboven zoeken we naar de groene cirkels door ze ruimtelijk te vergelijken met het rechthoekige oranje object. Beschikbare geometrische gezegdes zijn:

Kruisen

Test of een geometrie een andere kruist. Geeft 1 ( true) terug als de geometrieën elkaar ruimtelijk kruisen (een stukje ruimte met elkaar delen - overlappen of raken) en 0 als zij dat niet doen. In de afbeelding hierboven zou dit de cirkels 1, 2 en 3 teruggeven.

Bevat

Geeft 1 (true) terug als en alleen als er geen punten van b in het buitenste van a liggen, en ten minste één punt van het interieur van b ligt in het interieur van a. In de afbeelding zou geen cirkel worden teruggegeven, maar de rechthoek zou dat wel worden als u er op de omgekeerde wijze naar zou zoeken, omdat het cirkel 1 volledig bevat. Dit is het tegengestelde van zijn binnen.

Raakt niet

Geeft 1 (true) terug als de geometrieën geen deel van de ruimte met elkaar delen (niet overlappen, elkaar niet raken). Alleen cirkel 4 wordt teruggegeven.

Gelijk

Geeft 1 (true) terug als en alleen als geometrieën exact hetzelfde zijn. Geen cirkels zullen worden teruggegeven.

Raakt

Test of een geometrie een andere raakt. Geeft 1 (true) terug als de geometrieën tenminste één gemeenschappelijk punt hebben, maar hun interieurs niet kruisen. Alleen cirkel 3 wordt teruggegeven.

Overlapt

Test of een geometrie een andere overlapt. Geeft 1 (true) terug als de geometrieën ruimte delen, van dezelfde dimensie zijn, maar niet volledig door elkaar worden omvat. Alleen cirkel 2 wordt teruggegeven.

Zijn binnen

Test of een geometrie in een andere ligt. Geeft 1 (true) terug als geometrie a volledig binnen geometrie b ligt. Alleen cirkel 1 wordt teruggegeven.

Kruisen

Geeft 1 (true) terug als de opgegeven geometrieën enkele, maar niet alle, punten in het interieur gemeenschappelijk hebben en de feitelijke kruising van een lagere dimensie is dan de hoogste opgegeven geometrie. Bijvoorbeeld een lijn die een polygoon kruist zal een lijn kruisen (true). Twee lijnen die elkaar kruisen zal als een punt kruisen (true). Twee polygonen kruisen als een polygoon (false). In de afbeelding zullen geen cirkels worden teruggegeven.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Samenvoegen met objecten in

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag. De uitvoerlaag zal bestaan uit de objecten van deze laag met attributen van overeenkomende objecten in de tweede laag.

Waar de objecten

PREDICATE

[enumeratie] [lijst]

Standaard: [0]

Type ruimtelijke relatie dat het bronobject zou moeten hebben met een doelobject, zodat zij zouden kunnen worden samengevoegd. Één of meer van:

  • 0 — kruist met

  • 1 — bevat

  • 2 — is gelijk aan

  • 2 — raken

  • 4 — overlappen

  • 5 — zijn binnen

  • 6 — kruisen

Als meer dan één voorwaarde wordt gekozen, moet aan tenminste één worden voldaan (bewerking OR) om een object uit te kunnen nemen.

In vergelijking met

JOIN

[vector: elke]

De samen te voegen laag. Objecten van deze vectorlaag zullen hun attributen toevoegen aan de attributentabel van de bronlaag, als zij voldoen aan de ruimtelijke relatie.

Velden die moeten worden toegevoegd (laat leeg om alle velden te gebruiken)

Optioneel

JOIN_FIELDS

[tabelveld: elk] [lijst]

Selecteer de specifieke velden die u wilt toevoegen vanuit de samen te voegen laag. Standaard worden alle velden toegevoegd.

Verbindingsstijl

METHOD

[enumeratie]

Het type van de uiteindelijke gekoppelde laag. Één van:

  • 0 — Afzonderlijk object maken voor elk overeenkomend object (één-tot-veel)

  • 1 — Alleen attributen gebruiken van eerste overeenkomende object (één-tot-één)

  • 2 — Alleen attributen gebruiken van object met grootste overlapping (één-tot-één)

Records verwijderen die niet konden worden gekoppeld

DISCARD_NONMATCHING

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Verwijder objecten van de invoerlaag, die niet konden worden gekoppeld, uit de uitvoer

Voorvoegsel samengevoegde velden

Optioneel

PREFIX

[tekenreeks]

Voeg een voorvoegsel toe aan gekoppelde velden om ze gemakkelijk te kunnen identificeren en botsingen tussen namen van velden te vermijden

Samengevoegde laag

Optioneel

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag voor de koppeling. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Niet samen te voegen objecten uit eerste laag

Optioneel

NON_MATCHING

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Uitvoer overslaan]

Specificeer de uitvoer vectorlaag voor niet samen te voegen objecten uit de eerste laag. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Aantal niet samen te voegen objecten uit invoertabel

JOINED_COUNT

[getal]

Niet samen te voegen objecten uit eerste laag

Optioneel

NON_MATCHING

[hetzelfde als invoer]

Vectorlaag met de niet overeenkomende objecten

Samengevoegde laag

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Uitvoer vectorlaag met toegevoegde attributen van de koppeling

Pythoncode

ID algoritme: native:joinattributesbylocation

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.20. Koppel attributen op basis van plaats (samenvatting)

Neemt een invoer vectorlaag en maakt een nieuwe vectorlaag die een uitgebreide versie is van die van de invoer, met aanvullende attributen in zijn attributentabel.

De aanvullende attributen en hun waarden worden uit een tweede vectorlaag genomen. Een ruimtelijk criterium wordt toegepast om de waarden uit de tweede vectorlaag te selecteren die worden toegevoegd aan elk object uit de eerste laag.

Het algoritme berekent een statistische samenvatting voor de waarden uit overeenkomende objecten op de tweede laag (bijv. maximum waarde, gemiddelde waarde, etc).

Ruimtelijke relaties verkennen

Geometrische gezegdes zijn functies met Booleaanse waarden die worden gebruikt om de ruimtelijke relatie te bepalen die een object heeft met een ander door te vergelijken of en hoe hun geometrieën een portie van hun ruimte delen.

../../../../_images/selectbylocation.png

Fig. 27.49 Zoeken naar ruimtelijke relaties tussen lagen

Gebruik makend van de afbeelding hierboven zoeken we naar de groene cirkels door ze ruimtelijk te vergelijken met het rechthoekige oranje object. Beschikbare geometrische gezegdes zijn:

Kruisen

Test of een geometrie een andere kruist. Geeft 1 ( true) terug als de geometrieën elkaar ruimtelijk kruisen (een stukje ruimte met elkaar delen - overlappen of raken) en 0 als zij dat niet doen. In de afbeelding hierboven zou dit de cirkels 1, 2 en 3 teruggeven.

Bevat

Geeft 1 (true) terug als en alleen als er geen punten van b in het buitenste van a liggen, en ten minste één punt van het interieur van b ligt in het interieur van a. In de afbeelding zou geen cirkel worden teruggegeven, maar de rechthoek zou dat wel worden als u er op de omgekeerde wijze naar zou zoeken, omdat het cirkel 1 volledig bevat. Dit is het tegengestelde van zijn binnen.

Raakt niet

Geeft 1 (true) terug als de geometrieën geen deel van de ruimte met elkaar delen (niet overlappen, elkaar niet raken). Alleen cirkel 4 wordt teruggegeven.

Gelijk

Geeft 1 (true) terug als en alleen als geometrieën exact hetzelfde zijn. Geen cirkels zullen worden teruggegeven.

Raakt

Test of een geometrie een andere raakt. Geeft 1 (true) terug als de geometrieën tenminste één gemeenschappelijk punt hebben, maar hun interieurs niet kruisen. Alleen cirkel 3 wordt teruggegeven.

Overlapt

Test of een geometrie een andere overlapt. Geeft 1 (true) terug als de geometrieën ruimte delen, van dezelfde dimensie zijn, maar niet volledig door elkaar worden omvat. Alleen cirkel 2 wordt teruggegeven.

Zijn binnen

Test of een geometrie in een andere ligt. Geeft 1 (true) terug als geometrie a volledig binnen geometrie b ligt. Alleen cirkel 1 wordt teruggegeven.

Kruisen

Geeft 1 (true) terug als de opgegeven geometrieën enkele, maar niet alle, punten in het interieur gemeenschappelijk hebben en de feitelijke kruising van een lagere dimensie is dan de hoogste opgegeven geometrie. Bijvoorbeeld een lijn die een polygoon kruist zal een lijn kruisen (true). Twee lijnen die elkaar kruisen zal als een punt kruisen (true). Twee polygonen kruisen als een polygoon (false). In de afbeelding zullen geen cirkels worden teruggegeven.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Samenvoegen met objecten in

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag. De uitvoerlaag zal bestaan uit de objecten van deze laag met attributen van overeenkomende objecten in de tweede laag.

Waar de objecten

PREDICATE

[enumeratie] [lijst]

Standaard: [0]

Type ruimtelijke relatie dat het bronobject zou moeten hebben met een doelobject, zodat zij zouden kunnen worden samengevoegd. Één of meer van:

  • 0 — kruist met

  • 1 — bevat

  • 2 — is gelijk aan

  • 2 — raken

  • 4 — overlappen

  • 5 — zijn binnen

  • 6 — kruisen

Als meer dan één voorwaarde wordt gekozen, moet aan tenminste één worden voldaan (bewerking OR) om een object uit te kunnen nemen.

In vergelijking met

JOIN

[vector: elke]

De samen te voegen laag. Objecten van deze vectorlaag zullen hun samenvattingen van hun attributen toevoegen aan de attributentabel van de bronlaag, als zij voldoen aan de ruimtelijke relatie.

Velden die moeten worden samengevat (laat leeg om alle velden te gebruiken)

Optioneel

JOIN_FIELDS

[tabelveld: elk] [lijst]

Selecteer de specifieke velden die u wilt toevoegen vanuit de samen te voegen laag. Standaard worden alle velden toegevoegd.

Overzichten die moeten worden berekend (laat leeg om alle velden te gebruiken)

Optioneel

SUMMARIES

[enumeratie] [lijst]

Standaard: []

Voor elk invoerobject worden statistieken berekend voor samengevoegde velden of hun overeenkomende objecten. Één of meer van:

  • 0 — count

  • 1 — uniek

  • 2 — min

  • 3 — max

  • 4 — range

  • 5 — sum

  • 6 — mean

  • 7 — median

  • 8 — stddev

  • 9 — minority

  • 10 — majority

  • 11 — q1

  • 12 — q3

  • 13 — iqr

  • 14 — leeg

  • 15 — gevuld

  • 16 — min_length

  • 17 — max_length

  • 18 — mean_length

Records verwijderen die niet konden worden gekoppeld

DISCARD_NONMATCHING

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Verwijder objecten van de invoerlaag, die niet konden worden gekoppeld, uit de uitvoer

Samengevoegde laag

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag voor de koppeling. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Samengevoegde laag

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Uitvoer vectorlaag met samengevatte attributen van de koppeling

Pythoncode

ID algoritme: qgis:joinbylocationsummary

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.21. Koppel attributen op dichtstbijzijnde

Neemt een invoer vectorlaag en maakt een nieuwe vectorlaag met aanvullende velden in zijn attributentabel. De aanvullende attributen en hun waarden worden genomen uit een tweede vectorlaag. Objecten worden gekoppeld door de dichtstbijzijnde objecten uit elke laag te zoeken.

Standaard wordt alleen het dichtstbijzijnde object gekoppeld, maar de koppeling kan ook de k-dichtstbijzijnde naburige objecten koppelen.

Als een maximum afstand is gespecificeerd, zullen alleen objecten die dichterbij liggen dan deze afstand overeenkomen.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De invoerlaag.

Invoerlaag 2

INPUT_2

[vector: elke]

De koppellaag.

Velden van laag 2 om te kopiëren (laat leeg om alle velden te kopiëren)

FIELDS_TO_COPY

[velden]

Velden van koppellaag om te kopiëren (indien leeg, worden alle velden gekopieerd).

Records verwijderen die niet konden worden gekoppeld

DISCARD_NONMATCHING

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Verwijder records van de invoerlaag, die niet konden worden gekoppeld, uit de uitvoer

Voorvoegsel samengevoegde velden

PREFIX

[tekenreeks]

Voorvoegsel samengevoegde velden

Maximum dichtstbijzijnde buren

NEIGHBORS

[getal]

Standaard: 1

Maximum aantal dichtstbijzijnde buren

Maximum afstand

MAX_DISTANCE

[getal]

Maximum zoekafstand

Samengevoegde laag

Optioneel

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoerlaag die de samengevoegde objecten bevat. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Niet samen te voegen objecten uit eerste laag

NON_MATCHING

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Uitvoer overslaan]

Specificeer de vectorlaag die de objecten bevat die niet samengevoegd konden worden. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Samengevoegde laag

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

De uitvoer samengevoegde laag

Niet samen te voegen objecten uit eerste laag

NON_MATCHING

[hetzelfde als invoer]

Laag die de objecten bevat uit de eerste laag, die niet konden worden samengevoegd met objecten in de koppellaag.

Aantal niet samen te voegen objecten uit invoertabel

JOINED_COUNT

[getal]

Aantal objecten uit de invoertabel die zijn samengevoegd.

Aantal samengevoegde objecten uit invoertabel

UNJOINABLE_COUNT

[getal]

Aantal objecten uit de invoertabel die niet konden worden samengevoegd.

Pythoncode

ID algoritme: native:joinbynearest

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.22. Vectorlagen samenvoegen

Combineert meerdere vectorlagen met hetzelfde type geometrie naar één enkele.

De attributentabel van de resulterende laag zal de velden bevatten uit alle invoerlagen. Als er velden worden gevonden met dezelfde naam, maar van een ander type, dan zal het geëxporteerde veld automatisch worden geconverteerd naar een veldtype tekenreeks. Nieuwe velden die de originele naam van de laag en de bron opslaan worden ook toegevoegd.

Als een van de invoerlagen waarden Z of M bevat, dan zal de uitvoerlaag die waarden ook bevatten. Soortgelijk geldt ook dat als een van de invoerlagen meerdelig is, dan zal de uitvoerlaag ook een meerdelige laag zijn.

Optioneel kan het doel coördinaten referentiesysteem (CRS) voor de samengevoegde laag worden ingesteld. Als dat niet is ingesteld zal het CRS uit de eerste invoerlaag worden genomen. Alle lagen zullen opnieuw worden geprojecteerd om overeen te komen met dit CRS.

../../../../_images/merge_vector_layers.png

Standaard menu: Vector ► Datamanagement-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlagen

LAYERS

[vector: elke] [lijst]

De lagen die moeten worden samengevoegd naar één enkele laag. Lagen zouden van hetzelfde type geometrie moeten zijn.

Doel-CRS

Optioneel

CRS

[crs]

Kies het CRS voor de uitvoerlaag. Indien niet gespecificeerd, zal het CRS van de eerste invoerlaag worden gebruikt.

Samengevoegd

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Samengevoegd

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Uitvoer vectorlaag die alle objecten en attributen uit de invoerlagen bevat.

Pythoncode

ID algoritme: native:mergevectorlayers

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.23. Sorteren op expressie

Sorteert een vectorlaag overeenkomstig een expressie: wijzigt de index van objecten overeenkomstig een expressie.

Wees voorzichtig, het zou misschien niet werken zoals verwacht met enkele providers, de volgorde zou niet elke keer behouden kunnen worden.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Te sorteren invoer vectorlaag

Expressie

EXPRESSION

[expressie]

Expressie om mee te sorteren

Oplopend sorteren

ASCENDING

[Booleaanse waarde]

Standaard: True

Indien geselecteerd zal de vectorlaag worden gesorteerd van lage naar hoge waarden.

Eerst null sorteren

NULLS_FIRST

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Indien geselecteerd worden waarden Null als eerste geplaatst

Gesorteerd

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Gesorteerd

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Uitvoer (gesorteerde) vectorlaag

Pythoncode

ID algoritme: native:orderbyexpression

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.24. Shapefile repareren

Repareert een defecte gegevensset ESRI Shapefile door het SHX-bestand (opnieuw) te maken.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoer shapefile

INPUT

[bestand]

Volledige pad naar de gegevensset ESRI Shapefile met een ontbrekend of defect SHX-bestand

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Gerepareerde laag

OUTPUT

[vector: elke]

De invoer vectorlaag met het gerepareerde SHX-bestand

Pythoncode

ID algoritme: native:repairshapefile

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.25. Laag opnieuw projecteren

Projecteert een vectorlaag opnieuw naar een ander CRS. De opnieuw geprojecteerde laag zal dezelfde objecten en attributen als de invoerlaag hebben.

checkbox Maakt objecten op hun plaats aanpassen mogelijk voor objecten punt, lijn en polygoon

Parameters

Basis parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag om opnieuw te projecteren

Doel-CRS

TARGET_CRS

[crs]

Standaard: EPSG:4326 - WGS84

Doel coördinaten referentie systeem

Opnieuw geprojecteerd

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

  • Aan laag toevoegen…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Gevorderde parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Coördinaten bewerken

Optioneel

OPERATION

[tekenreeks]

Specifieke te gebruiken bewerking voor een bepaalde taak voor opnieuw projecteren, in plaats van het altijd gebruiken van het forceren van de transformatie-instellingen van het huidige project. Nuttig bij het opnieuw projecteren van een bepaalde laag en beheer over de exacte transformatie-pijplijn is vereist. Vereist proj versie >= 6.

Lees meer op Datumtransformaties.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Opnieuw geprojecteerd

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Uitvoer (opnieuw geprojecteerde) vectorlaag

Pythoncode

ID algoritme: native:reprojectlayer

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.26. Vectorobjecten opslaan naar bestand

Slaat vectorobjecten op naar een gespecificeerd bestand voor de gegevensset.

Voor indelingen van gegevenssets ondersteunde lagen mag een optionele parameter voor de laagnaam worden gebruikt om een aangepaste tekenreeks te specificeren. Optionele opties voor GDAL-gedefinieerde gegevensset en laag kunnen worden gespecificeerd. Voor meer informatie hierover, lees de online documentatie van GDAL over de indeling.

Parameters

Basis parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Vectorobjecten

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag.

Opgeslagen objecten

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Opslaan naar tijdelijk bestand]

Specificeer het bestand waarin de objecten moeten worden opgeslagen. Één van:

  • Opslaan naar tijdelijk bestand

  • Opslaan als bestand…

Gevorderde parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Laagnaam

Optioneel

LAYER_NAME

[tekenreeks]

Te gebruiken naam voor de uitvoerlaag

Opties voor GDAL-gegevensset

Optioneel

DATASOURCE_OPTIONS

[tekenreeks]

Opties voor het maken van GDAL-gegevensset voor de indeling van de uitvoer. Afzonderlijke individuele opties met puntkomma’s.

Opties voor laag van GDAL

Optioneel

LAYER_OPTIONS

[tekenreeks]

Opties voor het maken van laag van GDAL voor de indeling van de uitvoer. Afzonderlijke individuele opties met puntkomma’s.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Opgeslagen objecten

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Vectorlaag met de opgeslagen objecten.

Bestandsnaam en pad

FILE_PATH

[tekenreeks]

Naam voor uitvoerbestand en pad.

Laagnaam

LAYER_NAME

[tekenreeks]

Naam van de laag, indien aanwezig.

Pythoncode

ID algoritme: native:savefeatures

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.27. Codering van laag instellen

Stelt de gebruikte codering in voor het lezen van de attributen van de laag. Er worden geen permanente wijzigingen aan de laag gemaakt, anders dan hoe het lezen van de laag wordt beïnvloed gedurende de huidige sessie.

Notitie

Wijzigen van de codering wordt alleen ondersteund voor sommige gegevensbronnen voor de vectorlaag.

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Opgeslagen objecten

INPUT

[vector: elke]

Vectorlaag waarvoor de codering moet worden ingesteld.

Codering

ENCODING

[tekenreeks]

Codering van tekst om de laag toe te wijzen aan de huidige sessie van QGIS.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Uitvoerlaag

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Invoer vectorlaag met de ingestelde codering.

Pythoncode

ID algoritme: native:setlayerencoding

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.28. Objecten splitsen op teken

Objecten worden gesplitst in meerdere uitvoerobjecten, door de waarde van een veld te splitsen op een gespecificeerd teken. Als bijvoorbeeld een laag objecten bevat met meerdere kommagescheiden waarden opgenomen in één veld, kan dit algoritme worden gebruikt om deze waarden te splitsen naar meerdere uitvoerobjecten. Geometrieën en andere attributen blijven in de uitvoer ongewijzigd. Optioneel mag de tekenreeks voor de scheiding een reguliere expressie zijn, voor toegevoegde flexibiliteit.

checkbox Maakt objecten op hun plaats aanpassen mogelijk voor objecten punt, lijn en polygoon

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag

Splitsen op waarden in veld

FIELD

[tabelveld: elk]

Te gebruiken veld voor splitsen

Waarden splitsen op teken

CHAR

[tekenreeks]

Te gebruiken teken voor splitsen

Reguliere expressie als scheiding gebruiken

REGEX

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Splitsen

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: Tijdelijke laag maken

Specificeer de uitvoer vectorlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

  • Aan laag toevoegen…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Splitsen

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

De uitvoer vectorlaag.

Pythoncode

ID algoritme: native:splitfeaturesbycharacter

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.29. Vectorlaag splitsen

Maakt een set van vectors in een map voor uitvoer, gebaseerd op een invoerlaag en een attribuut. De map voor de uitvoer zal net zoveel lagen bevatten als de gevonden unieke waarden in het gewenste veld.

Het aantal gemaakte bestanden is gelijk aan het aantal verschillende gevonden waarden voor het gespecificeerde attribuut.

Dit is de tegengestelde bewerking van samenvoegen.

Standaard menu: Vector ► Datamanagement-gereedschap

Parameters

Basis parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag

Uniek ID-veld

FIELD

[tabelveld: elk]

Te gebruiken veld voor splitsen

Map voor uitvoer

OUTPUT

[map]

Standaard: [Opslaan naar tijdelijke map]

Specificeer de map voor de uitvoerlagen. Één van:

  • Opslaan in tijdelijke map

  • Opslaan naar map

Gevorderde parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Type uitvoerbestand

Optioneel

FILE_TYPE

[enumeratie]

Standaard: gpkg in het dialoogvenster

Selecteer de extensie voor de uitvoerbestanden. Indien niet gespecificeerd of ongeldig, zal de indeling voor de uitvoerbestanden die zijn welke is ingesteld voor de instelling van Processing “Standaard uitvoer vectorlaagextensie”.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Map voor uitvoer

OUTPUT

[map]

De map voor de uitvoerlagen

Uitvoerlagen

OUTPUT_LAYERS

[hetzelfde als invoer] [lijst]

De uitvoer vectorlagen die het resultaat van het splitsen zijn.

Pythoncode

ID algoritme: native:splitvectorlayer

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

27.1.17.30. Tabel afbreken

Verkleint een laag door alle objecten van die laag te verwijderen.

Waarschuwing

Dit algoritme past de laag ter plekke aan en verwijderde objecten kunnen niet worden teruggeplaatst!

Parameters

Label

Naam

Type

Omschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag

Uitvoer

Label

Naam

Type

Omschrijving

Afgebroken laag

OUTPUT

[map]

De afgebroken (lege) laag

Pythoncode

ID algoritme: native:truncatetable

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.