22. Werken met protocollen van OGC / ISO
Het Open Geospatial Consortium (OGC) is een internationale organisatie met, wereldwijd, leden in meer dan 300 commerciële, overheids-, non-profit- en research-organisaties. De leden ervan ontwikkelen en implementeren standaarden voor geo-ruimtelijke inhoud en diensten, het verwerken van GIS-gegevens en uitwisseling.
Beschrijven van een basis gegevensmodel voor geografische objecten, een groeiend aantal specificaties zijn ontwikkeld door OGC om te voldoen aan specifieke behoeften voor interoperabele locatie- en georuimtelijke technologie, inclusief GIS. Meer informatie kan worden gevonden op https://www.ogc.org/.
Belangrijke specificaties voor OGC die worden ondersteund door QGIS zijn:
WMS — Web Map Service (WMS/WMTS-cliënt)
WMTS — Web Map Tile Service (WMS/WMTS-cliënt)
WFS — Web Feature Service (WFS- en WFS-T-cliënt)
WFS-T — Web Feature Service - Transactional (WFS- en WFS-T-cliënt)
WCS — Web Coverage Service (WCS-cliënt)
WPS — Web Processing Service
CSW — Catalog Service voor het Web
SFS — Simple Features for SQL (PostGIS-lagen)
GML — Geography Markup Language
OGC-diensten worden steeds meer gebruikt om georuimtelijke gegevens uit te wisselen tussen verschillende implementaties van GIS en gegevensopslag. QGIS kan als een cliënt bovenvermelde specificaties afhandelen, door SFS te zijn (door ondersteuning van de gegevensprovider PostgreSQL / PostGIS, zie het gedeelte PostGIS-lagen).
U kunt uw kaarten en gegevens ook delen via de protocollen WMS, WMTS, WFS, WFS-T en WCS met een geïnstalleerde webserver met QGIS Server, UMN MapServer of GeoServer.
22.1. WMS/WMTS-cliënt
22.1.1. Overzicht ondersteuning voor WMS
QGIS kan momenteel dienen als een WMS-cliënt die servers met WMS 1.1, 1.1.1 en 1.3 begrijpt. In het bijzonder is het getest met publiek toegankelijke servers, zoals DEMIS.
Een WMS-server acteert op verzoeken van de cliënt (bijv. QGIS) voor een rasterkaart met een opgegeven bereik, set van lagen, stijl voor symbologie en transparantie. De WMS-server consulteert dan zijn lokale gegevensbronnen, rasteriseert de kaart en stuurt het terug naar de cliënt in de indeling van een raster. Voor QGIS zou deze indeling gewoonlijk JPEG of PNG zijn.
WMS is in het algemeen een REST (Representational State Transfer)-service in plaats van een volledige webservice. Als zodanig kunt u in feite de URL’s gebruiken die worden gegenereerd door QGIS en die gebruiken in een webbrowser om dezelfde afbeeldingen op te halen als die welke QGIS intern gebruikt. Dit kan handig zijn bij het oplossen van problemen, omdat er verschillende merken WMS-server op de markt zijn en zij allemaal hun eigen integratie van de WMS-standaard hebben.
WMS-lagen kunnen vrij eenvoudig worden toegevoegd, zolang u de URL maar weet om toegang te krijgen tot de server van WMS, u een verbinding met services hebt naar die server en de server HTTP begrijpt als het mechanisme voor transport van de gegevens.
Additionally, QGIS will cache your WMS responses (i.e. images) for 24h as long as the GetCapabilities request is not triggered. The GetCapabilities request is triggered every time the Connect button in the WMS/WMTS dialog is used to retrieve the WMS server capabilities. This is an automatic feature meant to optimize project loading time. If a project is saved with a WMS layer, the corresponding WMS tiles will be loaded from the cache the next time the project is opened as long as they are not older than 24h.
22.1.2. Overzicht van ondersteuning voor WMTS
QGIS kan ook optreden als een WMTS-cliënt. WMTS is een OGC-standaard voor het distribueren van tegelsets van georuimtelijke gegevens. Dit is een snellere en meer efficiënte manier voor het distribueren van gegevens dan WMS omdat met WMTS de tegelsets vooraf worden gegenereerd en de cliënt alleen de verzending van de tegels verzoekt, niet hun productie. Een verzoek aan WMS omvat gewoonlijk zowel het genereren als het verzenden van de gegevens. Een zeer bekend voorbeeld van een niet-OGC-standaard voor het bekijken van getegelde georuimtelijke gegevens is Google Maps.
De tegelsets van WMTS worden geproduceerd op verschillende schaalniveaus om de gegevens op een breed bereik aan schalen tot waar de gebruiker ze zou kunnen willen weergeven en worden beschikbaar gesteld aan de GIS-cliënt om ze te bevragen.
Dit diagram illustreert het concept van tegelsets:

Fig. 22.1 Concept van tegelsets voor WMTS
De twee typen interfaces voor WMTS die QGIS ondersteunt zijn die via Key-Value-Pairs (KVP) en RESTful. Deze twee interfaces verschillen van elkaar en u moet ze voor QGIS verschillend specificeren.
Een gebruiker van QGIS moet, om toegang te krijgen tot een WMTS KVP-service, de interface voor WMS/WMTS openen en de volgende tekenreeks toevoegen aan de URL van de WMTS-tegelservice:
"?SERVICE=WMTS&REQUEST=GetCapabilities"
An example of this type of address is:
https://opencache.statkart.no/gatekeeper/gk/gk.open_wmts?service=WMTS&request=GetCapabilities
Voor het testen van de laag topo2 in dit WMTS werkt het aardig. Toevoegen van deze tekenreeks geeft aan dat een WMTS-webservice moet worden gebruikt in plaats van een WMS-service.
De service RESTful WMTS heeft een andere vorm, een rechttoe rechtaan URL. De door OGC aanbevolen indeling is:
{WMTSBaseURL}/1.0.0/WMTSCapabilities.xml
This format helps you to recognize that it is a RESTful address. A RESTful WMTS is accessed in QGIS by simply adding its address in the WMS setup in the URL field of the form. An example of this type of address for the case of an Austrian basemap is:
https://maps.wien.gv.at/basemap/1.0.0/WMTSCapabilities.xml
Notitie
U kunt nog steeds enkele oudere services vinden, genaamd WMS-C. Deze services komen vrijwel overeen met WMTS (d.i. hetzelfde doel maar werken iets anders). U kunt ze op dezelfde wijze beheren als u met WMTS-services doet. Voeg gewoon ?tiled=true toe aan het einde van de URL. Zie https://wiki.osgeo.org/wiki/Tile_Map_Service_Specification voor meer informatie over deze specificatie.
Wanneer u WMTS leest, mag u ook WMS-C denken.
22.1.3. Selecteren van servers voor WMS/WMTS
The first time you use the WMS/WMTS feature in QGIS, there are no servers defined.
U moet dan verbindingen maken naar de server die u wilt gebruiken:
Ga naar de tab
WMS/WMTS van het dialoogvenster Databronnen beheren, of door:
Klik op Nieuw op de tab Lagen. Het dialoogvenster Nieuwe WMS/WMTS-verbinding maken… verschijnt.
Tip
Met rechts klikken op het item
WMS/WMTS in het paneel Browser en selecteren van Nieuwe verbinding… opent ook het dialoogvenster Nieuwe WMS/WMTS-verbinding maken….
Voer dan de parameters in om te verbinden met de door u gewenste WMS-server, zoals hieronder vermeld:
Fig. 22.2 Een verbinding maken naar een WMS-server
Naam: Een naam voor de verbinding. Deze naam zal worden gebruikt in de keuzelijst Serververbindingen zodat u hem kunt onderscheiden van andere WMS-servers.
URL: URL van de server die de gegevens verschaft. Dit moet een herkenbare hostnaam zijn – dezelfde indeling als wanneer u een telnet-verbinding wilt openen of een host pingt. d.i. alleen de basis-URL. U zou, bijvoorbeeld, geen fragmenten zoals
request=GetCapabilities
ofversion=1.0.0
in uw URL moeten hebben.Authenticatie (optioneel): gebruiken van een opgeslagen configuratie of een basisauthenticatie met Gebruikersnaam en Wachtwoord.
Waarschuwing
Invoeren van Gebruikersnaam en Wachtwoord op de tab Authenticatie zal het opslaan van niet beveiligde inloggegevens behouden in de configuratie van de verbinding. Deze inloggegevens zullen zichtbaar zijn als u, bijvoorbeeld, het projectbestand deelt met iemand. Daarom wordt geadviseerd om uw inloggegevens in plaats daarvan op te slaan in een configuratie voor Authenticatie (tab Configuraties). Bekijk ook Authenticatiesysteem voor meer details.
HTTP Verwijzing
DPI-modus: Beschikbare opties zijn alles, uit, QGIS, UMN en GeoServer
Ignore GetMap/GetTile/GetLegendGraphic URI reported in capabilities: if checked, use given URI from the URL field above.
GetFeatureInfo URI uit de capabilities negeren: indien geselecteerd, gebruik de opgegeven URI uit het veld URL hierboven.
Bereiken van gerapporteerde laag negeren: omdat het bereik dat wordt gerapporteerd door rasterlagen kleiner kan zijn dan het feitelijke gebied dat kan worden gerenderd (met name voor WMS-servers met symbologie dat meer ruimte inneemt dan het gegevensbereik), selecteer deze optie om het afbreken van rasterlagen tot hun gerapporteerde bereik, wat zou resulteren im afgebroken symbolen aan de randen van deze lagen, te vermijden.
Klik op OK
Once the new WMS/WMTS server connection has been created, it will be preserved for future QGIS sessions.
Als u een proxyserver moet opzetten om in staat te zijn WMS-services vanaf het internet te ontvangen, kunt u uw proxyserver toevoegen in de opties. Kies Netwerk. Daar kunt u uw instellingen voor de proxy toevoegen en ze inschakelen door Gebruik een proxy voor internettoegang te selecteren. Zorg er voor dat u het juiste type proxy selecteert uit de keuzelijst Proxy type
.
22.1.4. Laden van lagen WMS/WMTS
Als u eenmaal met succes uw parameters hebt ingevuld, kunt u de knop Verbinden gebruiken om de objecten van de geselecteerde server op te halen. Dit is inclusief de codering voor de afbeelding, lagen, stijlen voor lagen en projecties. Omdat dit een bewerking op het netwerk is, is de snelheid van het antwoord afhankelijk van de kwaliteit van uw netwerkverbinding naar de WMS-server. Gedurende het downloaden van gegevens van de WMS-server wordt de voortgang van dat proces gevisualiseerd in de linkerbenedenhoek van het hoofdvenster van QGIS.
Uw scherm zou er nu een beetje uit moeten zien zoals Fig. 22.3, wat het antwoord laat zien dat wordt verschaft door een WMS-server.

Fig. 22.3 Dialoogvenster voor het toevoegen van een WMS-server, met filter op zijn beschikbare lagen
Het bovenste gedeelte van de tab Lagen van het dialoogvenster geeft een boomstructuur weer die groepen van lagen kan bevatten met ingebedde lagen met hun geassocieerde afbeeldingsstijle(en), geserveerd door de server. Elk item kan worden geïdentificeerd door:
een ID
een Naam
een Titel
en een Samenvatting.
De lijst kan worden gefilterd met de widget in de rechterbovenhoek.
Codering van afbeelding
Het gedeelte Afbeeldingsformaat vermeld de indelingen die zowel door de cliënt als de server worden ondersteund. Kies er een, afhankelijk van de vereisten voor de nauwkeurigheid van uw afbeelding.
Tip
Codering van afbeelding
U zult vrijwel altijd merken dat een WMS-server u de keuze biedt tussen de JPEG- of PNG-codering voor afbeeldingen. JPEG is een indeling voor compressie met verlies van gegevens, waar PNG de ruwe rastergegevens zorgeloos reproduceert.
Gebruik JPEG als u verwacht dat de gegevens van WMS van oorsprong fotografisch zijn en/of u geen bezwaar heeft tegen verlies van enige kwaliteit in de afbeelding. Dit nadeel reduceert gewoonlijk met de factor vijf de vereisten voor gegevensoverdracht ten opzichte van PNG.
Gebruik PNG als u precieze weergaven van de originele gegevens wilt en u geen bezwaar heeft tegen de verhoogde vereisten voor gegevensoverdracht.
Opties
Het gebied Opties van het dialoogvenster verschaft manieren om de WMS-verzoeken te configureren. U kunt definiëren:
Tile-grootte als u de grootte van de tegels wilt instellen (bijv. 256x256) om het WMS-verzoek op te splitsen in meerdere verzoeken.
Stapgrootte gevraagd: als u het effect van het afsnijden van labels aan de randen van de tegels wilt verminderen, maakt het vergroten van de stapgrootte grotere verzoeken, minder tegels en minder randen. De stadaardwaarde is 2000.
Het Maximale aantal GetFeatureInfo resultaten vanaf de server
Each WMS layer can be presented in multiple CRSs, depending on the capability of the WMS server. If you select a WMS from the list, a field with the default projection provided by the web server appears. Press the
Select CRS widget to replace the default projection of the WMS with another CRS supported by the WMS server.
Een dialoogvenster, soortgelijk als weergegeven in Fig. 10.3 zal verschijnen. Het belangrijkste verschil met de WMS-versie van het dialoogvenster is dat alleen die CRS-en zullen worden weergegeven die worden ondersteund door de WMS-server.
Tenslotte kunt u
Contextuele WMS-legenda gebruiken activeren als de WMS-server die mogelijkheid ondersteunt. Dan zal alleen de relevante legenda voor uw huidige kaartweergave worden weergegeven en zal dus geen items voor de legenda bevatten voor items die u niet kunt zien in de huidige kaart.
Aan de onderzijde van het dialoogvenster geeft een tekstveld Laagnaam de Titel van het geselecteerde item weer. U kunt de naam wijzigen naar wat u wilt. Deze naam zal in het paneel Lagen verschijnen nadat u op de knop Toevoegen hebt geklikt en de la(a)g(en) zijn geladen in QGIS.
You can select several layers at once, but only one image style per layer.
When several layers are selected, they will be combined at the WMS server
and transmitted to QGIS in one go, as a single layer.
The default name is a slash (/
) separated list of their original title.
You can however opt to Load as separate layers.
Volgorde lagen
De tab Laagvolgorde vermeldt de geselecteerde beschikbare lagen uit de huidige verbinding met de WMS-server.
WMS-lagen die zijn gerenderd door een server worden gestapeld in de volgorde die is vermeld in de tab Lagen, van boven naar beneden in de lijst. Als u de volgorde van stapelen wilt wijzigen, kunt u de knoppen Omhoog en Naar beneden van de tab Laagvolgorde gebruiken.
Transparantie
De instelling Globale transparantie uit de Laageigenschappen is hard gecodeerd om altijd aan te staan, indien beschikbaar.
22.1.5. Tegelsets
When using WMTS (Cached WMS) services you are able to browse through the Tilesets tab given by the server. Additional information like tile size, formats and supported CRS are listed in this table.
# example of WMTS service
https://opencache.statkart.no/gatekeeper/gk/gk.open_wmts?service=WMTS&request=GetCapabilities
Selecting a layer to load, it is also possible to apply an Interpretation method, converting it into a raster layer of single band float type, ready for styling using QGIS usual raster renderers.
In combination with this feature, you can use the tile scale slider
by selecting ), then choosing Tile Scale Panel. This gives you the
available scales from the tile server with a nice slider docked in.
22.1.6. Gebruiken van het gereedschap Objecten identificeren
Als u eenmaal een WMS-server hebt toegevoegd en als een laag van een WMS-server is te bevragen, dan kunt u het gereedschap Objecten identificeren gebruiken om een pixel in het kaartvenster te selecteren. Een query naar de WMS-server wordt verstuurd voor elke gemaakte selectie. De resultaten van de bevraging worden teruggegeven in platte tekst. De opmaak van die tekst is afhankelijk van de gebruikte WMS-server.
Selecteren indeling
Indien meerdere indelingen voor uitvoer worden ondersteund door de server, wordt een combinatievak met die ondersteunde indelingen automatisch toegevoegd aan het dialoogvenster Identificatieresultaten en de geselecteerde indeling kan voor de laag worden opgeslagen in project.
Ondersteuning indeling GML
Het gereedschap Objecten identificeren ondersteunt antwoorden van WMS-server (GetFeatureInfo) in de indeling GML (het wordt in de QGIS GUI in deze context Object genoemd). Als de indeling “Object” wordt ondersteund door de server en geselecteerd, zijn de resultaten van het gereedschap Objecten identificeren vectorobjecten, als uit een gewone vectorlaag. Wanneer één enkel object is geselecteerd in de boom, wordt het geaccentueerd in de kaart en kan het naar het klembord worden gekopieerd en geplakt op een andere vectorlaag. Bekijk de voorbeeld instelling van de UMN Mapserver hieronder voor ondersteuning van GetFeatureInfo in de indeling GML.
# in layer METADATA add which fields should be included and define geometry (example):
"gml_include_items" "all"
"ows_geometries" "mygeom"
"ows_mygeom_type" "polygon"
# Then there are two possibilities/formats available, see a) and b):
# a) basic (output is generated by Mapserver and does not contain XSD)
# in WEB METADATA define formats (example):
"wms_getfeatureinfo_formatlist" "application/vnd.ogc.gml,text/html"
# b) using OGR (output is generated by OGR, it is sent as multipart and contains XSD)
# in MAP define OUTPUTFORMAT (example):
OUTPUTFORMAT
NAME "OGRGML"
MIMETYPE "ogr/gml"
DRIVER "OGR/GML"
FORMATOPTION "FORM=multipart"
END
# in WEB METADATA define formats (example):
"wms_getfeatureinfo_formatlist" "OGRGML,text/html"
22.1.7. Viewing Properties
Once you have added a WMS server, you can view its properties by right-clicking on it in the legend and selecting Dialoogvenster Laageigenschappen. However, there are some differences, which will be explained below.
. The WMS/WMTS layer properties is much like the raster layer properties so you will find detailed description at22.1.7.1. Information properties
Tab Metadata
De tab Metadata geeft een grote hoeveelheid informatie weer over de WMS-server, over het algemeen verzameld door het argument capabilities dat werd teruggegeven door die server. Vele definities kunnen worden verzameld door de WMS-standaarden te lezen (zie OPEN-GEOSPATIAL-CONSORTIUM in Verwijzingen naar literatuur en web), maar hier zijn een aantal handige definities:
Servereigenschappen
WMS Versie — De door de server ondersteunde versie van WMS.
Indelingen voor afbeeldingen — De lijst van MIME-types waarmee de server kan antwoorden bij het tekenen van de kaart. QGIS ondersteunt alle indelingen waarmee de onderliggende bibliotheken van Qt werden gebouwd, wat over het algemeen tenminste
image/png
enimage/jpeg
zijn.Indelingen voor identificeren — De lijst van MIME-types waarin de server kan antwoorden wanneer u het gereedschap Objecten identificeren gebruikt. Momenteel ondersteunt, QGIS het type
text-plain
.
Laageigenschappen
Geselecteerd — Of deze laag al dan niet geselecteerd was toen de server ervan werd toegevoegd aan dit project.
Zichtbaar — Of deze laag al dan niet is geselecteerd als zichtbaar in de legenda (nog niet gebruikt in deze versie van QGIS).
Kan identificeren — Of deze laag al dan niet resultaten zal teruggeven als het gereedschap Objecten identificeren er op zal worden gebruikt.
Kan transparant zijn — Of de laag al dan niet kan worden gerenderd met transparantie. Deze versie van QGIS zal altijd transparantie gebruiken als dit
Yes
is en de codering voor de afbeelding transparantie ondersteunt.Kan inzoomen — Of op deze laag al dan niet kan worden ingezoomd door de server. Deze versie van QGIS neemt aan dat WMS-lagen dit hebben ingesteld op
Ja
. Afwijkende lagen zouden vreemd gerenderd kunnen worden.Telling doorzenden — WMS-servers kunnen als een proxy optreden voor andere WMS-servers om de rastergegevens voor een laag te verkrijgen. Dit item geeft weer hoe vaak het verzoek voor deze laag werd doorgezonden aan collega WMS-servers voor een resultaat.
Vaste breedte, vaste hoogte — Of deze laag al dan niet vaste dimensies voor de bronpixels heeft. Deze versie van QGIS neemt aan dat alle WMS-lagen dit hebben ingesteld op niets. Afwijkende lagen zouden vreemd gerenderd kunnen worden.
WGS 84-begrenzing — De begrenzing van de laag, in coördinaten voor WGS 84. Sommige WMS-servers stellen dit niet juist in (bijv. worden in plaats daarvan coördinaten voor UTM gebruikt). Als dit het geval is dan zou de initiële weergave van deze laag kunnen worden gerenderd met een zeer ‘uitgezoomd’ uiterlijk door QGIS. De webbeheerder van WMS zou over deze fout moeten worden geïnformeerd, wat zij zouden kunnen kennen als de WMS XML-elementen
LatLonBoundingBox
,EX_GeographicBoundingBox
of de CRS:84BoundingBox
.Beschikbaar in CRS — De projecties waarin deze laag kan worden gerenderd door de WMS-server. Deze worden vermeld in de eigen indeling van WMS.
Beschikbaar in stijl — De stijlen voor de afbeelding waarin deze laag kan worden gerenderd door de WMS-server.
22.1.7.2. Temporal properties
Raster temporal properties (namely Dynamic Temporal Control)
can be set for WMS and WMTS layers.
By default, when a time-dimension enabled WMS or WMTS layer is added to the project,
it is indicated in the Layers panel
with the Temporal Layer icon next to it.
Its Temporal properties default to the Automatic temporal mode,
meaning that the layer will follow the temporal controller’s current time range by default.
You can then opt to show a specific static time value for the layer by unchecking Dynamic Temporal Control and picking an option under Static WMS-T Temporal Range:
Server default
Predefined date with a server exposing data for non-contiguous temporal ranges or Predefined range with a server exposing a range of available dates. A Start date and End date are necessary in the latter case. Their expected formatting can be deduced from the reference time option (see below). depending on whether the provider has data for contiguous period or not
Follow project’s temporal range as defined in the project’s properties dialog

Fig. 22.4 Temporal properties of a WMTS layer
Whatever temporal data control is in use, there are some WMS-T Settings to help display the correct temporal data:
Time slice mode which can be:
Use whole temporal range
Match to start of range
Match to end of range
Closest match to start of range
Closest match to end of range
Ignore time components (use dates only): If checked, the time component of temporal queries will be discarded and only the date component will be used in server requests.
You can also Use Specific WMS-T Reference Time
picked from times reported in the layer’s capabilities.
Convenient for servers which expose a non-contiguous set of date time instances
(instead of a range of dates).
22.1.7.3. QGIS Server properties
In addition to the raster layer properties, publishing a WMS/WMTS layer with QGIS Server will display following options:
WMS Print layer: Allows to set alternative WMS layer that should be used for printing (in the GetProjectSettings reply). Convenient for WMTS layers that are generally not suitable for printing.
Publish WMS/WMTS data source uri: Allows a web client to fetch the WMS/WMTS data directly

Fig. 22.5 QGIS Server properties of a WMS/WMTS layer
22.1.8. Afbeelding van WMS-legenda weergeven in inhoudsopgave en afdruklay-out
De QGIS WMS-gegevensprovider is in staat om een afbeelding van de legenda weer te geven in de inhoudsopgave van de lijst met lagen en in de afdruklay-out van de kaart. De legenda voor WMS zal alleen worden weergegeven als de WMS-server de mogelijkheid GetLegendGraphic heeft en de laag getCapability heeft gespecificeerd in de URL, dus moet u aanvullend een opmaak voor de laag selecteren.
Als een legendGraphic beschikbaar is, wordt die weergegeven onder de laag. Hij is klein en u moet er op klikken om hem te openen in zijn echte afmetingen (wegens de architectonische beperking in QgsLegendInterface). Klikken op de legenda van de lagen zal een kader openen met de legenda in zijn volledige resolutie.
In de afdruklay-out zal de legenda worden geïntegreerd in zijn originele (gedownloade) afmeting. Resolutie van de afbeelding van de legenda kan worden ingesteld in de Item-eigenschappen onder
om overeen te komen met uw wensen voor afdrukken.De legenda zal contextuele informatie weergeven gebaseerd op uw huidige schaal. De legenda voor WMS zal alleen worden weergegeven als de WMS-server de mogelijkheid GetLegendGraphic heeft en de laag getCapability heeft gespecificeerd in de URL, dus moet u aanvullend een opmaak voor de laag selecteren.
22.2. WCS-cliënt
Een Web Coverage Service (WCS) verschaft toegang tot rastergegevens in vormen die handig zijn voor cliënt-zijdig renderen, als invoer voor wetenschappelijke modellen en voor andere cli:enten. De WCS kan worden vergeleken met WFS en WMS. Waar WMS en WFS service uitvoeren, staat WCS cliënten toe gedeelten van de op de server opgeslagen informatie te kiezen, gebaseerd op ruimtelijke beperkingen en andere criteria voor bevragingen.
QGIS heeft een eigen WCS-provider en ondersteunt zowel versie 1.0 als 1.1 (die significant van elkaar verschillen), maar heeft momenteel een voorkeur voor 1.0, omdat 1.1 nog vele problemen heeft (d.i. elke server implementeert het op een andere manier met verschillende eigenaardigheden).
De eigen WCS-provider behandelt alle netwerkverzoeken en gebruikt alle standaard netwerkinstellingen van QGIS (proxy in het bijzonder). Het is ook mogelijk modus Cache te selecteren (‘always cache’, ‘prefer cache’, ‘prefer network’, ‘always network’), en de provider ondersteunt ook het selecteren van de tijdpositie, indien een tijdelijk domein wordt aangeboden door de server.
Waarschuwing
Invoeren van Gebruikersnaam en Wachtwoord op de tab Authenticatie zal het opslaan van niet beveiligde inloggegevens behouden in de configuratie van de verbinding. Deze inloggegevens zullen zichtbaar zijn als u, bijvoorbeeld, het projectbestand deelt met iemand. Daarom wordt geadviseerd om uw inloggegevens in plaats daarvan op te slaan in een configuratie voor Authenticatie (tab Configuraties). Bekijk ook Authenticatiesysteem voor meer details.
22.3. WFS- en WFS-T-cliënt
In QGIS, a WFS layer behaves pretty much like any other vector layer. You can identify and select features, and view the attribute table. QGIS supports WFS 1.0.0, 1.1.0, 2.0 and OGC API - Features (OAPIF), including editing (through WFS-T). QGIS also supports background download and progressive rendering, on-disk caching of downloaded features and version autodetection.
In het algemeen is het toevoegen van een WFS-laag nagenoeg hetzelfde als de procedure die werd gebruikt met WMS. Er zijn geen standaardservers gedefinieerd, dus dient u uw eigen toe te voegen. U kunt zoeken naar WFS-servers met de plug-in MetaSearch of uw favoriete zoekmachine voor het web. Er zijn een aantal lijsten met publieke URL’s, sommige daarvan worden onderhouden, andere niet.
Laden van een WFS-laag
As an example, we use the Gateway Geomatics WFS server and display a layer.
https://demo.gatewaygeomatics.com/cgi-bin/wfs_gateway?REQUEST=GetCapabilities&VERSION=1.0.0&SERVICE=WFS
Maak eerst een verbinding naar de WFS server om in staat te kunnen zijn een WFS-laag te laden.
Open het dialoogvenster Databronnen beheren door te drukken op de knop
Databronnen beheren openen
Klik op Nieuw… om het dialoogvenster Nieuwe WFS-verbinding maken te openen
Voer
Gateway Geomatics
in als naamVoer de URL in (zie boven)
Fig. 22.6 Een verbinding maken naar een server van WFS
Notitie
In het geval van een OGC API - Features (OAPIF), zou de op te geven URL de thuispagina moeten zijn, d.i. de hoofdpagina vanaf waar het mogelijk is om naar alle beschikbare service eindpunten te navigeren.
In het dialoogvenster voor instellingen van WFS kunt u:
De versie van WFS van de server aangeven. Indien onbekend, druk dan op de knop Detecteren om hem automatisch op te halen.
Het Max. aantal objecten te definiëren dat moet worden opgehaald in één enkel verzoek GetFetFeature. Indien leeg wordt er geen limiet ingesteld.
And depending on the WFS version, indicate whether to:
Bladeren door objecten inschakelen en het maximale aantal op te halen objecten specificeren met Grootte pagina. Als geen limiet wordt gedefinieerd, dan wordt de standaard van de server toegepast.
Forceren van Oriëntatie van as negeren (WFS 1.1/WFS 2.0)
As-oriëntatie omdraaien.
Use GML2 encoding for transactions.
Waarschuwing
Invoeren van Gebruikersnaam en Wachtwoord op de tab Authenticatie zal het opslaan van niet beveiligde inloggegevens behouden in de configuratie van de verbinding. Deze inloggegevens zullen zichtbaar zijn als u, bijvoorbeeld, het projectbestand deelt met iemand. Daarom wordt geadviseerd om uw inloggegevens in plaats daarvan op te slaan in een configuratie voor Authenticatie (tab Configuraties). Bekijk ook Authenticatiesysteem voor meer details.
Druk op OK om de verbinding te maken.
Onthoud dat instellingen voor een proxy, die u kan hebben ingesteld in uw voorkeuren, ook worden herkend.
Nu zijn we klaar om WFS-lagen te laden met bovenstaande verbinding.
Choose ‘Gateway Geomatics’ from the Server Connections drop-down list.
Klik op Verbinden
Selecteer de laag Parks uit de lijst
U kunt ook kiezen om:
Gebruik titel als laagnaam selecteren wat de titel van de laag, zoals die is gedefinieerd op de server, weergeeft in het paneel Lagen in plaats van zijn Naam
Alleen objecten bevragen die het huidige zichtbare bereik overlappen
Change… the layer’s CRS to any other supported by the service
or build a query to specify particular features to retrieve from the service: double-click on the row of the layer to open the SQL Query Composer dialog. That dialog provides widgets to write an advanced SQL query relying on available tables and columns of the service, with sorting and filtering and a bunch of SQL functions, spatial predicates and operators.
The query you build will appear after validation in the SQL column within the WFS / OGC API - Features table, and the filtered layer will display the
icon next to it in the Layers panel. It is thus possibe to adjust the query at any moment.
Klik op Toevoegen om de laag aan de kaart toe te voegen.

Fig. 22.7 Een laag voor WFS toevoegen
De voortgang van de download is linksonder in de hoek van het hoofdvenster van QGIS zichtbaar. Wanneer de laag klaar is met laden, kunt u enkele objecten identificeren en selecteren en kan de attributentabel worden bekeken.