21.2.8. De items Markering, Afbeelding en Noordpijl
Naast de kaart- of legenda-items in de afdruklay-out wilt u misschien uw creatie decoreren met afbeeldingen of annotaties. QGIS verschaft verschillende gereedschappen om dat te doen:
het item Afbeelding: decoreert de lay-out met een afbeeldingsraster of SVG-bestand (bijv. logo’s, afbeeldingen, noordpijlen, …)
het item Noordpijl: een item Afbeelding met een vooraf gedefinieerde afbeelding van een noordpijl
het item markering: decoreert de lay-out met QGIS vector-symbolen. Het kan worden gebruikt om markeringen ov er een kaartitem te plaatsen of voor het maken van geavanceerde aangepaste legenda’s.
21.2.8.1. Het item Afbeelding
U kunt een afbeelding toevoegen door het uit uw bestandsbeheerder in het kaartvenster te slepen, het direct in de lay-out te plakken met Ctrl+V of Afbeelding toevoegen, daarbij de instructies voor het maken van items te volgen. Dan kunt u het bewerken zoals uitgelegd in Werken met items voor lay-out.
en doorBij het gebruiken van Afbeelding toevoegen, zal het item Afbeelding een leeg frame zijn dat u kunt aanpassen met zijn paneel Item-eigenschappen. Naast de algemene eigenschappen, heeft dit object de volgende functionaliteiten:
Algemene eigenschappen
Het item Afbeelding ondersteunt twee typen afbeeldingen:
Rasterafbeelding: een widget voor selecteren van bestanden kan worden gebruikt om de gegevens op te halen. Gebruik de knop … Bladeren om een bestand op uw computer te selecteren of voer het pad direct in het tekstveld in. U mag zelfs een URL op afstand opgeven die naar een afbeelding verwijst. De geassocieerde afbeelding kan ook worden ingebed in de lay-out.
Gebruik de knop Data-bepaalde ‘override’ om de bron voor de afbeelding in te stellen vanuit een attribuut van een object of met behulp van een reguliere expressie.
SVG-afbeelding: gebruikt standaard de SVG-bibliotheken die zijn verschaft in . U mag echter elk ander bestand gebruiken, en het selecteren van het bestand volgt dezelfde regels als die voor de rasterafbeelding. De parameters voor de SVG kunnen ook dynamisch worden ingesteld.
De met QGIS meegeleverde (standaard)
.SVG
-bestanden zijn aan te passen, wat betekent dat u eenvoudig andere Vulkleur, Lijnkleur (inclusief doorzicht) en Lijndikte kunt toepassen in plaats van het origineel, met hun overeenkomende object in de groep SVG-parameters. Deze eigenschappen kunnen ook worden data-bepaald.Wanneer u een
.SVG
-bestand toevoegt dat deze eigenschappen niet inschakelt, dient u misschien de volgende tags toe te voegen aan het bestand om ondersteuning toe te voegen voor bijv. transparantie:fill-opacity=”param(fill-opacity)”
stroke-opacity=”param(outline-opacity)”
Meer details op SVG met parameters.
Notitie
Slepen en neerzetten van een afbeeldingsbestand (raster of SVG) op de pagina van de lay-out zal een item Afbeelding voor de lay-out maken met overeenkomstige instellingen.
Grootte en plaatsing
Met de optie Modus Formaat aanpassen kunt u instellen hoe de afbeelding wordt weergegeven wanneer het frame wordt gewijzigd:
In-/Uitzoomen
: vergroot/verkleint de afbeelding ten opzichte van het frame met behoud van de verhoudingen in de afbeelding;Stretch
: strekt de afbeelding om die te laten passen in het frameClip
: gebruik deze modus alleen voor rasterafbeeldingen, het stelt de grootte van de afbeelding in op de originele grootte van de afbeelding zonder op schaal te brengen en het frame wordt gebruikt om de afbeelding af te knippen. Dus alleen het gedeelte van de afbeelding binnen het frame zal zichtbaar zijn.Inzoomen en kaartformaat aanpassen
: vergroot de afbeelding zodat die in het frame past, wijzigt dan de grootte van het frame, zodat de dimensies van de resulterende afbeelding erin passen.Kaartgrootte aanpassen naar afbeelding
: stelt de grootte van het frame in om overeen te komen met de originele grootte van de afbeelding (zonder op schaal te brengen)
Afhankelijk van de geselecteerde Modus Formaat wijzigen, zouden de opties Plaatsing en Afbeelding draaien uitgeschakeld kunnen zijn. Plaatsing laat u de positie van de afbeelding binnen zijn frame selecteren (boven/midden/beneden en links/midden/rechts).
Afbeelding draaien
Afbeeldingen kunnen worden gedraaid met het veld Afbeelding draaien. Activeren van het keuzevak Met kaart synchroniseren synchroniseert het draaien van de afbeelding met de rotatie die wordt toegepast op het geselecteerde kaartitem. Dit is een handige mogelijkheid om elke afbeelding zich te laten gedragen als een noordpijl. Het Uitlijnen Noord kan zijn:
Raster Noord: de richting van een rasterlijn die parallel ligt aan de centrale meridiaan van het nationale/lokale raster
Ware Noorden: richting van een meridiaan van longitude.
U kunt ook een afwijking Verspringing toepassen op het draaien van de afbeelding.
21.2.8.2. Het item Noordpijl
U kunt een afbeelding toevoegen met de knop Noordpijl toevoegen, zoals vermeld in instructies voor het maken van items en het op dezelfde manier bewerken als is weergegeven in Werken met items voor lay-out.
Omdat Noordpijlen afbeeldingen zijn heeft het item Noordpijl dezelfde eigenschappen als het item Afbeelding. De belangrijkste verschillen zijn:
Een standaard noordpijl wordt gebruikt bij het toevoegen van het item, in plaats van een blanco frame
Het item Noordpijl wordt standaard gesynchroniseerd met een kaartitem: de eigenschap Met kaart synchroniseren van de kaart waarop het item Noordpijl wordt getekend. Indien geen valt het terug op de verwijzingskaart.
Notitie
Veel van de noordpijlen hebben geen ‘N’ toegevoegd in de Noordpijl. Dit is met opzet gedaan, omdat er talen zijn die niet een ‘N’ voor Noord gebruiken.
21.2.8.3. Het item Markering
Selecteer, om een item Markering toe te voegen, de knop Markering toevoegen, en klik op de pagina. Een standaard markeringssymbool punt wordt toegevoegd. Dan kunt u het bewerken, zoals uitgelegd in Werken met items voor lay-out. Maar onthoud dat, in tegenstelling tot de meeste andere items, u de grootte van het item wijzigt wetende dat de grootte ervan wordt beheerd door de ingebedde symbooleigenschappen.
Het item Markering kan worden aangepast met zijn paneel Item-eigenschappen. Anders dan de algemene eigenschappen voor items kunt u ook:
het Symbool aanpassen, vertrouwend op alle widget-mogelijkheden van het symbool
het draaien van het item Markering synchroniseren met die van de kaart (bekijk Afbeelding draaien), acterend als een noordpijl. De rotatie van de kaart wordt toegevoegd aan elk bestaand niveau voor draaien van het markeringssymbool (dus bijv. als u de markering driehoek 90° moet draaien om het recht naar boven te laten wijzen, zal het nog steeds goed werken in de modus Noordpijl!)