Belangrijk

Vertalen is een inspanning van de gemeenschap waaraan u deel kunt nemen <translation_guidelines>. Deze pagina is momenteel voor 100.00% vertaald.

28.1.19. Vector-analyse

28.1.19.1. Basisstatistieken voor velden

Maakt basisstatistieken voor een veld van de attributentabel van een vectorlaag.

Velden numeriek, date, time en string worden ondersteund.

De teruggegeven statistieken zijn afhankelijk van het type veld.

Statistieken worden als een HTML-bestand gemaakt en zijn beschikbaar in Processing ► Resultaten bekijken.

Standaard menu: Vector ► Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoer vector

INPUT_LAYER

[vector: elke]

Vectorlaag waarvoor de statistieken moeten worden berekend

Veld waarop statistieken moeten worden berekend

FIELD_NAME

[tabelveld: elk]

Elk ondersteund tabelveld om de statistieken voor te berekenen

Statistieken

Optioneel

OUTPUT_HTML_FILE

[html]

Standaard: [Opslaan naar tijdelijk bestand]

Specificatie van het bestand voor de berekende statistieken. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Opslaan naar tijdelijk bestand

  • Opslaan als bestand…

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Statistieken

OUTPUT_HTML_FILE

[html]

HTML-bestand met de berekende statistieken

Aantal

COUNT

[getal]

Aantal unieke waarden

UNIQUE

[getal]

Aantal lege (null) waarden

EMPTY

[getal]

Aantal niet-lege waarden

FILLED

[getal]

Minimum waarde

MIN

[hetzelfde als invoer]

Maximum waarde

MAX

[hetzelfde als invoer]

Minimum lengte

MIN_LENGTH

[getal]

Maximum lengte

MAX_LENGTH

[getal]

Gemiddelde lengte

MEAN_LENGTH

[getal]

Coëfficiënt van variatie

CV

[getal]

Som

SUM

[getal]

Gemiddelde waarde

MEAN

[getal]

Standaard afwijking

STD_DEV

[getal]

Bereik

RANGE

[getal]

Mediaan

MEDIAN

[getal]

Minderheid (minst voorkomende waarde)

MINORITY

[hetzelfde als invoer]

Meerderheid (meest frequent voorkomende waarde)

MAJORITY

[hetzelfde als invoer]

Eerste kwartiel

FIRSTQUARTILE

[getal]

Derde kwartiel

THIRDQUARTILE

[getal]

Interkwartiel bereik (IQR)

IQR

[getal]

Pythoncode

ID algoritme: qgis:basicstatisticsforfields

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.2. Klimmen langs lijn

Berekent de totale klim en afdaling langs geometrieën lijn. De invoerlaag moet waarden Z hebben. Als er geen waarden Z beschikbaar zijn, kan het algoritme Drape (Z-waarde instellen vanuit raster) worden gebruikt om waarden Z toe te voegen vanuit een DEM-laag.

De uitvoerlaag is een kopie van de invoerlaag met aanvullende velden die de totale klim (climb), totale afdaling (descent), de minimum hoogte (minelev) en de maximum hoogte (maxelev) bevatten voor elke geometrie lijn. Als de invoerlaag velden bevat met dezelfde namen als deze toegevoegde velden, zullen zij worden hernoemd (veldnamen zullen worden gewijzigd naar “name_2”, “name_3”, etc, totdat de eerste niet-duplicaat naam wordt gevonden).

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Lijnlaag

INPUT

[vector: lijn]

Lijnlaag waaruit de kim moet worden berekend. Moet waarden Z hebben

Klimlaag

OUTPUT

[vector: lijn]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificatie van de uitvoer (lijn)laag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Klimlaag

OUTPUT

[vector: lijn]

Lijnlaag die de nieuwe attributen bevat met de resultaten uit de berekeningen voor het klimmen.

Totale klim

TOTALCLIMB

[getal]

De som van het klimmen voor alle geometrieën lijn in de invoerlaag

Totale afdaling

TOTALDESCENT

[getal]

De som van het afdalen voor alle geometrieën lijn in de invoerlaag

Minimum hoogte

MINELEVATION

[getal]

De minimum hoogte voor de geometrieën in de laag

Maximum hoogte

MAXELEVATION

[getal]

De maximum hoogte voor de geometrieën in de laag

Pythoncode

ID algoritme: qgis:climbalongline

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.3. Punten in polygonen tellen

Neemt een punt- en een polygoonlaag en telt het aantal punten van de puntlaag in elk van de polygonen van de polygoonlaag.

Een nieuwe polygoonlaag wordt gemaakt, met exact dezelfde inhoud als de invoer polygoonlaag, maar met een extra aanvullend veld met het aantal punten dat correspondeert met elke polygoon.

../../../../_images/count_points_polygon.png

Fig. 28.40 De labels in de polygonen geven de telling van de punten weer

Een optioneel veld voor weging kan worden gebruikt om gewicht toe te kennen aan elk punt. Als alternatief kan een uniek klasseveld gespecificeerd worden. Als beide opties worden gebruikt zal het veld voor weging voorrang hebben en zal het unieke klasseveld worden genegeerd.

checkbox Maakt objecten op hun plaats aanpassen mogelijk voor objecten polygoon

Standaard menu: Vector ► Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Polygonen

POLYGONS

[vector: polygoon]

Polygoonlaag waarvan de objecten zijn geassocieerd met de telling van de punten die zij bevatten

Punten

POINTS

[vector: punt]

Puntlaag waarvan de objecten moeten worden geteld

Veld Gewicht

Optioneel

WEIGHT

[tabelveld: elk]

Een veld uit de puntenlaag. De verrichte telling zal de som zijn van het veld Gewicht van de punten die zijn opgenomen in de polygoon. Als het veld Gewicht niet numeriek is, zal de telling 0 zijn.

Veld Klasse

Optioneel

CLASSFIELD

[tabelveld: elk]

Punten worden geclassificeerd gebaseerd op het geselecteerde attribuut en indien er verscheidene punten met dezelfde waarde voor het attribuut binnen de polygoon liggen, wordt er slechts één geteld. De uiteindelijke telling van de punten in een polygoon is daarom het aantal verschillende klassen dat daarin wordt aangetroffen.

Naam veld voor telling

FIELD

[tekenreeks]

Standaard: ‘NUMPOINTS’

De naam van het veld om de telling van de punten in op te slaan

Aantal

OUTPUT

[vector: polygoon]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificatie van de uitvoerlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

  • Aan laag toevoegen…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Aantal

OUTPUT

[vector: polygoon]

Resulterende laag met de attributentabel die de nieuwe kolom voor het tellen van de punten bevat

Pythoncode

ID algoritme: native:countpointsinpolygon

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.4. DBSCAN clusteren

Clustert puntobjecten, gebaseerd op een 2D-implementatie van het algoritme Density-based spatial clustering of applications with noise (DBSCAN).

Het algoritme vereist twee parameters, een minimum grootte voor de cluster, en de maximale toegestane afstand tussen de geclusterde punten.

Parameters

Basis parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: punt]

Laag om te analyseren

Minimale grootte clusters

MIN_SIZE

[getal]

Standaard: 5

Minimale aantal objecten om een cluster te maken

Maximale afstand tussen punten van de cluster

EPS

[getal]

Standaard: 1.0

Afstand waarboven twee objecten niet kunnen behoren tot dezelfde cluster (eps)

Clusters

OUTPUT

[vector: punt]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de vectorlaag voor het resultaat van het clusteren. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Gevorderde parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Randpunten als vervuiling beschouwen (DBSCAN*)

Optioneel

DBSCAN*

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Indien geselecteerd worden punten op de rand van een cluster op zichzelf beschouwd als niet geclusterde punten, en alleen punten binnen een cluster worden getagd als geclusterd.

Naam veld voor cluster

FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘CLUSTER_ID’

Naam van het veld waar het geassocieerde nummer van de cluster moet worden opgeslagen

Naam veld voor grootte cluster

SIZE_FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘CLUSTER_SIZE’

Naam van het veld met het aantal objecten in dezelfde cluster

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Clusters

OUTPUT

[vector: punt]

Vectorlaag die de originele objecten bevat met een veld die de cluster instelt waartoe zij behoren

Aantal clusters

NUM_CLUSTERS

[getal]

Aantal ontdekte clusters

Pythoncode

ID algoritme: native:dbscanclustering

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.5. Afstandsmatrix

Berekent voor puntobjecten afstanden tot hun dichtstbijzijnde objecten op dezelfde laag of op een andere laag.

Standaard menu: Vector ► Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoer puntenlaag

INPUT

[vector: punt]

Puntlaag waarvoor de afstandsmatrix wordt berekend (punten vanaf)

Invoer unieke ID-veld

INPUT_FIELD

[tabelveld: elk]

Te gebruiken veld om objecten van de invoerlaag uniek te kunnen identificeren. Gebruikt in de attributentabel voor de uitvoer.

Doel-puntenlaag

TARGET

[vector: punt]

Puntenlaag die de gezochte dichtstbijzijnde punt(en) bevat (punten tot)

Doel unieke ID-veld

TARGET_FIELD

[tabelveld: elk]

Te gebruiken veld om objecten van de doellaag uniek te kunnen identificeren. Gebruikt in de attributentabel voor de uitvoer.

Uitvoer matrixtype

MATRIX_TYPE

[enumeratie]

Standaard: 0

Verschillende typen berekening zijn beschikbaar:

  • 0 — Lineaire (N * k x 3) afstandsmatrix: rapporteert voor elk invoerpunt de afstand tot elk van de k dichtst bij gelegen doelpunten. De matrix voor de uitvoer bestaat uit maximaal k rijen per invoerpunt, en elke rij heeft drie kolommen: InputID, TargetID en Distance.

  • 1 — Standaard (N x T) afstandsmatrix

  • 2 — Samenvatting afstandsmatrix (gemiddelde, std. afw., min, max): rapporteert voor elk invoerpunt statistieken over de afstanden tot zijn doelpunten.

Alleen dichtstbijzijnde (k) doelpunten gebruiken

NEAREST_POINTS

[getal]

Standaard: 0

U kunt er voor kiezen om de afstanden tot alle punten in de doellaag te berekenen (0) of te beperken tot een aantal (k) dichtstbijzijnde objecten.

Afstandsmatrix

OUTPUT

[vector: punt]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificatie van de uitvoer vectorlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Afstandsmatrix

OUTPUT

[vector: punt]

Punt (of MultiPunt in het geval van de “Lineaire (N * k x 3)”) vectorlaag die de berekening van de afstand bevat voor elk object van de invoer. De objecten en attributentabel ervan zijn afhankelijk van het geselecteerde matrixtype voor de uitvoer.

Pythoncode

ID algoritme: qgis:distancematrix

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.6. Afstand tot dichtstbijzijnde naaf (lijn naar naaf)

Maakt lijnen die elk object van een invoer vector verbinden met het dichtstbijzijnde object in een doellaag. Afstanden worden berekend op basis van het midden van elk object.

../../../../_images/distance_hub.png

Fig. 28.41 Geef de dichtstbijzijnde naaf weer voor de rode objecten voor invoer

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Bron puntenlaag

INPUT

[vector: elke]

Vectorlaag waarvoor het dichtstbijzijnde object wordt gezocht

Doel navenlaag

HUBS

[vector: elke]

Vectorlaag die de objecten bevat waarnaar gezocht moet worden

Naaflaag naam attribuut

FIELD

[tabelveld: elk]

Te gebruiken veld om objecten van de doellaag uniek te kunnen identificeren. Gebruikt in de attributentabel voor de uitvoer

Maateenheid

UNIT

[enumeratie]

Standaard: 0

Eenheden waarin de afstand tot het dichtstbijzijnde object moet worden gerapporteerd:

  • 0 — Meters

  • 1 — Voet

  • 2 — Mijlen

  • 3 — Kilometers

  • 4 — Laag-eenheden

Afstand tot hub

OUTPUT

[vector: lijn]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer lijnlaag die de overeenkomende punten verbindt. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Afstand tot hub

OUTPUT

[vector: lijn]

Lijn vectorlaag met de attributen van de objecten voor de invoer, de identificatie voor hun dichtstbijzijnde object en de berekende afstand.

Pythoncode

ID algoritme: qgis:distancetonearesthublinetohub

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.7. Afstand tot dichtstbijzijnde naaf (punten)

Maakt een puntlaag die het midden van de invoerobjecten weergeeft, met als aanvulling twee velden die de identificatie bevatten van het dichtstbijzijnde object (gebaseerd op zijn middelpunt) en de afstand tussen de punten.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Bron puntenlaag

INPUT

[vector: elke]

Vectorlaag waarvoor het dichtstbijzijnde object wordt gezocht

Doel navenlaag

HUBS

[vector: elke]

Vectorlaag die de objecten bevat waarnaar gezocht moet worden

Naaflaag naam attribuut

FIELD

[tabelveld: elk]

Te gebruiken veld om objecten van de doellaag uniek te kunnen identificeren. Gebruikt in de attributentabel voor de uitvoer

Maateenheid

UNIT

[enumeratie]

Standaard: 0

Eenheden waarin de afstand tot het dichtstbijzijnde object moet worden gerapporteerd:

  • 0 — Meters

  • 1 — Voet

  • 2 — Mijlen

  • 3 — Kilometers

  • 4 — Laag-eenheden

Afstand tot hub

OUTPUT

[vector: punt]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer punt vectorlaag met de dichtstbijzijnde hub. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Afstand tot hub

OUTPUT

[vector: punt]

Punt vectorlaag die het midden van de bronobjecten met hun attributen, de identificatie van het dichtstbijzijnde object en hun berekende afstand weergeeft.

Pythoncode

ID algoritme: qgis:distancetonearesthubpoints

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.8. Samenvoegen op lijnen (naaflijnen)

Maakt naaf- en spaakdiagrammen door lijnen uit punten op de spaaklaag te verbinden met overeenkomende punten op de naaflaag.

Het bepalen van welke naaf naar elk punt gaat is gebaseerd op een overeenkomst in het Naaf ID-veld van de naafpunten en het Spaak ID-veld van de spaakpunten.

Als invoerlagen geen puntlagen zijn wordt een punt op de oppervlakte van de geometrieën genomen als de locatie om te verbinden.

Optioneel kunnen geodetische lijnen worden gemaakt, die het kortste pad weergeven op het oppervlak van een ellipsoïde. Wanneer Geodetische lijnen maken wordt gebruikt, is het mogelijk de gemaakte lijnen te splitsen op de antimeridiaan (±180 graden longitude), wat het renderen van de lijnen kan verbeteren. Aanvullend kan de afstand tussen punten worden gespecificeerd. Een kleinere afstand resulteert in een dichter, meer nauwkeuriger lijn.

../../../../_images/join_lines.png

Fig. 28.42 Punten koppelen, gebaseerd op een gedeeld veld / attribuut

Parameters

Basis parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Naaf puntlaag

HUBS

[vector: elke]

Invoerlaag

Naaf ID-veld

HUB_FIELD

[tabelveld: elk]

Veld van de naaflaag met samen te voegen ID

Velden van naaflaag om te kopiëren (laat leeg om alle velden te kopiëren)

Optioneel

HUB_FIELDS

[tabelveld: elk] [lijst]

De veld(en) van de spaaklaag om te kopiëren. Indien geen veld(en) wordt/worden gekozen worden alle velden genomen.

Spaak puntlaag

SPOKES

[vector: elke]

Aanvullende spaak puntlaag

Spaak ID-veld

SPOKE_FIELD

[tabelveld: elk]

Veld van de spaaklaag met samen te voegen ID

Velden van spaaklaag om te kopiëren (laat leeg om alle velden te kopiëren)

Optioneel

SPOKE_FIELDS

[tabelveld: elk] [lijst]

Veld(en) van de spaaklaag om te kopiëren. Indien geen velden worden gekozen worden alle velden behouden.

Geodetische lijnen maken

GEODESIC

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Maak geodetische lijnen (het kortste pad op het oppervlak van een ellipsoïde)

Naaflijnen

OUTPUT

[vector: lijn]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer hub lijn vectorlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Gevorderde parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Afstand tussen punten (alleen geodetische lijnen)

GEODESIC_DISTANCE

[getal]

Standaard: 1000.0 (kilometers)

Afstand tussen opeenvolgende punten (in kilometers). Een kleinere afstand resulteert in een dichtere, meer nauwkeuriger lijn

Splitst lijnen op de antimeridiaan (±180 graden longitude)

ANTIMERIDIAN_SPLIT

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Splitst lijnen op ±180 graden longitude (om renderen van de lijnen te verbeteren)

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Naaflijnen

OUTPUT

[vector: lijn]

De resulterende lijnlaag die overeenkomende punten in invoerlagen verbindt

Pythoncode

ID algoritme: native:hublines

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.9. Clusteren K-gemiddelde

Berekent het op 2D-afstand gebaseerde K-gemiddelde nummer voor de cluster voor elk invoerobject.

Clusteren op K-gemiddelde heeft tot doel de objecten op te delen in K clusters, waarin elk object behoort tot de cluster met het dichtstbij gelegen gemiddelde. Het gemiddelde punt wordt weergegeven door het massamiddelpunt van de geclusterde objecten.

Als invoergeometrieën lijnen of polygonen zijn, wordt het clusteren gebaseerd op het zwaartepunt van het object.

../../../../_images/kmeans.png

Fig. 28.43 Een vijf klassen punt clusters

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Laag om te analyseren

Aantal clusters

CLUSTERS

[getal]

Standaard: 5

Aantal te maken clusters met de objecten

Clusters

OUTPUT

[vector: elke]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag voor de gemaakte clusters. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Gevorderde parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Naam veld voor cluster

FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘CLUSTER_ID’

Naam van het veld waar het geassocieerde nummer van de cluster moet worden opgeslagen

Naam veld voor grootte cluster

SIZE_FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘CLUSTER_SIZE’

Naam van het veld met het aantal objecten in dezelfde cluster

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Clusters

OUTPUT

[vector: elke]

Vectorlaag die de originele objecten bevat met velden die de cluster specificeert waartoe zij behoren en hun nummer erin

Pythoncode

ID algoritme: native:kmeansclustering

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.10. Lijst unieke waarden

Vermeldt unieke waarden van een veld in een attributentabel en telt hun aantal.

Standaard menu: Vector ► Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Laag om te analyseren

Doelveld(en)

FIELDS

[tabelveld: elk]

Veld om te analyseren

Unieke waarden

Optioneel

OUTPUT

[tabel]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de samenvattende tabellaag met unieke waarden. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

HTMLrapport

Optioneel

OUTPUT_HTML_FILE

[html]

Standaard: [Opslaan naar tijdelijk bestand]

HTML-rapport van unieke waarden in de Processing ► Resultaten bekijken. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Opslaan naar tijdelijk bestand

  • Opslaan als bestand…

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Unieke waarden

OUTPUT

[tabel]

Overzicht tabellaag met unieke waarden

HTMLrapport

OUTPUT_HTML_FILE

[html]

HTML-rapport van unieke waarden. Kan worden geopend in Processing ► Resultaten bekijken.

Totaal unieke waarden

TOTAL_VALUES

[getal]

Het aantal unieke waarden in het invoerveld

Unieke waarden samengevoegd

UNIQUE_VALUES

[tekenreeks]

Een tekenreeks met de kommagescheiden lijst van unieke waarden, gevonden in het invoerveld

Pythoncode

ID algoritme: qgis:listuniquevalues

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.11. Gemiddelde coördina(a)t(en)

Berekent een puntlaag met het massamiddelpunt van de geometrieën op de invoerlaag.

Een attribuut kan worden gespecificeerd om het gewicht te bevatten dat aan elk object moet worden toegekend bij het berekenen van het massacentrum.

Als een attribuut is geselecteerd in de parameter, zullen objecten worden gegroepeerd overeenkomstig de waarden in dit veld. In plaats van één enkel punt met het massacentrum van de gehele laag, zal de uitvoerlaag een massacentrum bevatten van de objecten voor elke categorie.

Standaard menu: Vector ► Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag

Veld Gewicht

Optioneel

WEIGHT

[tabelveld: numeriek]

Te gebruiken veld als u een gewogen gemiddelde wilt uitvoeren

Uniek ID-veld

UID

[tabelveld: numeriek]

Uniek veld waarop het berekenen van het gemiddelde zal worden uitgevoerd

Gemiddelde coördinaten

OUTPUT

[vector: punt]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de (punt vector)laag voor het resultaat. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Gemiddelde coördinaten

OUTPUT

[vector: punt]

Resulterende punt(en)laag

Pythoncode

ID algoritme: native:meancoordinates

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.12. ‘Dichtstbijzijnde buur’-analyse

Voert een analyse Nearest neighbor uit op een puntenlaag. De uitvoer vertelt u hou uw gegevens zijn verdeeld (geclusterd, willekeurig of verdeeld).

Uitvoer wordt gemaakt als een HTML-bestand met de berekende statistische waarden:

  • Aangetroffen gemiddelde afstand

  • Verwachtte gemiddelde afstand

  • ‘Nearest neighbour’-index

  • Aantal punten

  • Z-score: Vergelijken van de Z-score met de normale verdeling vertelt u hoe uw gegevens zijn verdeeld. Een lage Z-score betekent dat de gegevens waarschijnlijk niet het resultaat zijn van een ruimtelijk willekeurig proces, terwijl een hoge Z-score betekent dat uw gegevens waarschijnlijk het resultaat zijn van een ruimtelijk willekeurig proces.

    ../../../../_images/normal_distribution.png

Standaard menu: Vector ► Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: punt]

Punt vectorlaag waarvoor de statistieken moeten worden berekend

Dichtstbijzijnde buur

Optioneel

OUTPUT_HTML_FILE

[html]

Standaard: [Opslaan naar tijdelijk bestand]

Specificatie van het HTML-bestand voor de berekende statistieken. Één van:

  • Uitvoer overslaan

  • Opslaan naar tijdelijk bestand

  • Opslaan als bestand…

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Dichtstbijzijnde buur

OUTPUT_HTML_FILE

[html]

HTML-bestand met de berekende statistieken

Aangetroffen gemiddelde afstand

OBSERVED_MD

[getal]

Aangetroffen gemiddelde afstand

Verwachtte gemiddelde afstand

EXPECTED_MD

[getal]

Verwachtte gemiddelde afstand

‘Nearest neighbour’-index

NN_INDEX

[getal]

‘Nearest neighbour’-index

Aantal punten

POINT_COUNT

[getal]

Aantal punten

Z-score

Z_SCORE

[getal]

Z-score

Pythoncode

ID algoritme: native:nearestneighbouranalysis

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.13. Analyse Overlappen

Berekent het gebied en het bedekkingspercentage waarmee objecten op een invoerlaag worden overlapt door objecten uit een selectie van overleglagen.

Nieuwe attributen worden toegevoegd aan de uitvoerlaag die het totale overlappende gebied aangeven en het percentage van de invoerobjecten die worden overlapt door elk van de geselecteerde overleglagen.

Parameters

Basis parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: elke]

De invoerlaag.

Overleglagen

LAYERS

[vector: elke] [lijst]

De over te leggen lagen.

Overlapt

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Gevorderde parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Rastergrootte

Optioneel

GRID_SIZE

[getal]

Standaard: Niet ingesteld

Indien opgegeven worden de geometrieën voor de invoer gesnapt aan een raster van de opgegeven grootte, en de resulterende punten worden berekend op datzelfde raster. Vereist GEOS 3.9.0 of hoger.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Overlapt

OUTPUT

[hetzelfde als invoer]

De uitvoerlaag met aanvullende velden die de overlapping rapporteren (in kaarteenheden en percentage) van het invoerobject, overlapt door elk van de geselecteerde lagen.

Pythoncode

ID algoritme: native:calculatevectoroverlaps

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.14. Kortste lijn tussen objecten

Maakt een lijnlaag als de kortste lijn tussen de bron- en de doellaag. Standaard wordt alleen rekening gehouden met het eerste dichtstbijzijnde object van de doellaag. Het nummer voor het n-dichtstbijzijnde object kan worden gespecificeerd. Als een maximale afstand is gespecificeerd, dan worden alleen objecten die dichterbij liggen dan die afstand worden overwogen.

De objecten voor de uitvoer zullen alle attribuutwaarden van de bronlaag bevatten, alle attributen van het n-dichtstbijzijnde object en het aanvullende veld voor de afstand.

Belangrijk

Dit algoritme gebruikt alleen maar Cartesiaanse berekeningen voor afstand, en neemt geen geodetische of ellipsoïde eigenschappen in overweging bij het bepalen van de nabijheid van objecten. De maateenheid en het coördinatensysteem zijn gebaseerd op het coördinatensysteem van de bronlaag.

../../../../_images/shortest_line.png

Fig. 28.44 Kortste lijn van objecten punt naar lijnen

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Bronlaag

SOURCE

[vector: elke]

Laag van waaruit gezocht moet worden naar dichtstbijzijnde buren

Doellaag

DESTINATION

[vector: elke]

Laag waarin gezocht moet worden naar dichtstbijzijnde buren

Methode

METHOD

[enumeratie]

Standaard: 0

Methode voor berekening van de kortst mogelijke afstand. Mogelijke waarden zijn:

  • 0 — Afstand tot dichtstbijzijnde punt op object

  • 1 — Afstand tot zwaartepunt van object

Maximum aantal buren

NEIGHBORS

[getal]

Standaard: 1

Maximale aantal buren om naar te zoeken

Maximum afstand

Optioneel

DISTANCE

[getal]

Alleen objecten die dichterbij liggen dan deze afstand zullen in overweging worden genomen.

Kortste lijnen

OUTPUT

[vector: lijn]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer vectorlaag. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Uitvoerlaag

OUTPUT

[vector: lijn]

Lijn vectorlaag die bronobjecten samenvoegt met hun dichtstbijzijnde bu(u)r(en) in de doellaag. Bevat alle attributen voor zowel de bron- als de doelobjecten, en de berekende afstand.

Pythoncode

ID algoritme: native:shortestline

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.15. ST-DBSCAN clusteren

Clustert puntobjecten, gebaseerd op een 2D-implementatie van het tijdruimte algoritme Density-based clustering of applications with noise (ST-DBSCAN).

Parameters

Basis parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoerlaag

INPUT

[vector: punt]

Laag om te analyseren

Datum/tijd veld

DATETIME_FIELD

[tabelveld: datum]

Veld dat de informatie over tijd bevat

Minimale grootte clusters

MIN_SIZE

[getal]

Standaard: 5

Minimale aantal objecten om een cluster te maken

Maximale afstand tussen punten van de cluster

EPS

[getal]

Standaard: 1.0

Afstand waarboven twee objecten niet kunnen behoren tot dezelfde cluster (eps)

Maximale tijdsduur tussen geclusterde punten

EPS2

[getal]

Standaard: 0.0 (dagen)

Tijdsduur waarbuiten twee objecten niet kunnen behoren tot dezelfde cluster (eps2). Beschikbare eenheden voor tijd zijn milliseconden, seconden, minuten, uren, dagen en weken.

Clusters

OUTPUT

[vector: punt]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de vectorlaag voor het resultaat van het clusteren. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Gevorderde parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Randpunten als vervuiling beschouwen (DBSCAN*)

Optioneel

DBSCAN*

[Booleaanse waarde]

Standaard: False

Indien geselecteerd worden punten op de rand van een cluster op zichzelf beschouwd als niet geclusterde punten, en alleen punten binnen een cluster worden getagd als geclusterd.

Naam veld voor cluster

FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘CLUSTER_ID’

Naam van het veld waar het geassocieerde nummer van de cluster moet worden opgeslagen

Naam veld voor grootte cluster

SIZE_FIELD_NAME

[tekenreeks]

Standaard: ‘CLUSTER_SIZE’

Naam van het veld met het aantal objecten in dezelfde cluster

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Clusters

OUTPUT

[vector: punt]

Vectorlaag die de originele objecten bevat met een veld die de cluster instelt waartoe zij behoren

Aantal clusters

NUM_CLUSTERS

[getal]

Aantal ontdekte clusters

Pythoncode

ID algoritme: native:stdbscanclustering

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.16. Statistieken op categorieën

Berekent statistieken van velden, afhankelijk van een ouderklasse. De ouderklasse is een combinatie van waarden uit andere velden.

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Invoer vectorlaag

INPUT

[vector: elke]

Invoer vectorlaag met unieke klassen en waarden

Veld waarop statistieken moeten worden berekend (indien leeg wordt alleen aantal berekend)

Optioneel

VALUES_FIELD_NAME

[tabelveld: elk]

Indien leeg zal alleen het aantal worden berekend

Veld(en) met categorieën

CATEGORIES_FIELD_NAME

[vector: elke] [lijst]

De velden die (gecombineerd) de categorieën definiëren

Statistieken op categorie

OUTPUT

[tabel]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificatie van de uitvoertabel voor de berekende statistieken. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Statistieken op categorie

OUTPUT

[tabel]

Tabel die de statistieken bevat

Afhankelijk van het veld dat wordt geanalyseerd, worden de volgende statistieken teruggegeven voor elke gegroepeerde waarde:

Statistieken

Tekenreeks

Numeriek

Datum

Aantal (COUNT)

checkbox

checkbox

checkbox

Unieke waarden (UNIQUE)

checkbox

checkbox

Lege (Null) waarden (EMPTY)

checkbox

checkbox

Niet-lege waarden (FILLED)

checkbox

checkbox

Minimale waarde (MIN)

checkbox

checkbox

checkbox

Maximale waarde (MAX)

checkbox

checkbox

checkbox

Bereik (RANGE)

checkbox

Som (SUM)

checkbox

Gemiddelde waarde (MEAN)

checkbox

Waarde mediaan (MEDIAN)

checkbox

Standaardafwijking (STD_DEV)

checkbox

Coëfficiënt van variatie (CV)

checkbox

Minderheid (minst voorkomende waarde - MINORITY)

checkbox

Meerderheid (meest voorkomende waarde - MAJORITY)

checkbox

Eerste kwartiel (FIRSTQUARTILE)

checkbox

Derde kwartiel (THIRDQUARTILE)

checkbox

Interkwartiel bereik (IQR)

checkbox

Minimum lengte (MIN_LENGTH)

checkbox

Gemiddelde lengte (MEAN_LENGTH)

checkbox

Maximum lengte (MAX_LENGTH)

checkbox

Pythoncode

ID algoritme: qgis:statisticsbycategories

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.

28.1.19.17. Lijnlengtes sommeren

Neemt een polygoonlaag en een lijnlaag en meet de totale lengte van de lijnen en het totale aantal daarvan dat elke polygoon kruist.

De resulterende laag heeft dezelfde objecten als de invoer polygoonlaag, maar met twee aanvullende attributen die de lengte van en het aantal lijnen bevatten voor elke polygoon.

checkbox Maakt objecten op hun plaats aanpassen mogelijk voor objecten polygoon

Standaard menu: Vector ► Analyse-gereedschap

Parameters

Label

Naam

Type

Beschrijving

Lijnen

LINES

[vector: lijn]

Invoer lijn vectorlaag

Polygonen

POLYGONS

[vector: polygoon]

Polygoon vectorlaag

Veldnaam voor lengte lijnen

LEN_FIELD

[tekenreeks]

Standaard: ‘LENGTH’

Naam van het veld voor de lengten van de lijnen

Veldnaam voor aantal lijnen

COUNT_FIELD

[tekenreeks]

Standaard: ‘COUNT’

Naam van het veld voor de telling van de lijnen

Lijn lengte

OUTPUT

[vector: polygoon]

Standaard: [Tijdelijke laag maken]

Specificeer de uitvoer polygoonlaag met de gemaakte statistieken. Één van:

  • Tijdelijke laag maken (TEMPORARY_OUTPUT)

  • Opslaan als bestand…

  • Opslaan naar GeoPackage…

  • Opslaan als tabel voor database…

De bestandscodering kan hier ook gewijzigd worden.

Uitvoer

Label

Naam

Type

Beschrijving

Lijn lengte

OUTPUT

[vector: polygoon]

Polygoon uitvoerlaag met velden voor lengten van lijnen en aantal lijnen

Pythoncode

ID algoritme: native:sumlinelengths

import processing
processing.run("algorithm_id", {parameter_dictionary})

Het ID voor het algoritme wordt weergegeven als u over het algoritme gaat met de muisaanwijzer in de Toolbox van Processing. Het woordenboek voor de parameters verschaft de NAME’s en waarden van de parameters. Bekijk Processing algoritmes gebruiken vanaf de console voor details over hoe algoritmes van Processing uit te voeren vanuit de console voor Python.