14.3. Lesson: Bosopstanden digitaliseren
Tenzij u uw kaart met geoverwijzingen gaat gebruiken als een eenvoudige afbeelding voor de achtergrond, is de volgende logische stap om de elementen erin te digitaliseren. U heeft dat al gedaan in de oefeningen over het maken van vectorgegevens in Lesson: Een nieuwe vector gegevensset maken, toen u de velden van de school digitaliseerde. In deze les gaat u de grenzen van de bosopstanden digitaliseren die als groene lijnen op de kaart staan, maar in plaats van het te doen met behulp van een luchtfoto, zult u uw kaart met geoverwijzingen gebruiken.
Het doel voor deze les: Een techniek leren om te helpen bij de taak van het digitaliseren, bosopstanden digitaliseren en tenslotte de gegevens van de inventarisatie er aan toevoegen.
14.3.1. Follow Along: De grenzen van de bosopstanden uitnemen
Open uw project map_digitizing.qgs
, dat u in de vorige les heeft opgeslagen, in QGIS.
Als u eenmaal uw kaart heeft gescand en voorzien van geoverwijzingen zou u direct kunnen beginnen met digitaliseren door naar de kaart te kijken als een hulpmiddel. Dat zou, zeer waarschijnlijk, de manier om te doen als de afbeelding van waaruit u gaat digitaliseren, bijvoorbeeld, een luchtfoto is.
Als wat u gaat gebruiken voor het digitaliseren een goede kaart is, zoals in ons geval, is het aannemelijk dat de informatie duidelijk wordt weergegeven als lijnen met verschillende kleuren voor elk type element. Deze kleuren kunnen relatief eenvoudig worden uitgenomen als individuele afbeeldingen met behulp van een software voor het bewerken van afbeeldingen, zoals GIMP. Dergelijke afzonderlijke afbeeldingen kunnen worden gebruikt om te assisteren bij het digitaliseren, zoals u hieronder zult zien.
De eerste stap zal zijn om GIMP te gebruiken om een afbeelding te verkrijgen die alleen de bosopstanden bevat, dat is, alle groene lijnen die u zou kunnen zien in de originele gescande kaart:
Open GIMP (als u het nog niet geïnstalleerd heeft, download het vanaf het internet of vraag uw leraar).
Open de originele kaartafbeelding,
,rautjarvi_map.tif
in de mapexercise_data/forestry
. Onthoud dat de bosopstanden als groene lijnen worden weergegeven (met het nummer van de bosopstand ook in groen binnen elke polygoon).Nu kunt u de pixels in de afbeelding selecteren die de grenzen van de bosopstanden vormen (de groenachtige pixels):
Open het gereedschap
.Zoom, met het gereedschap actief, in op de afbeelding (Ctrl + muiswiel) zodat een lijn van een bosopstand dicht bij genoeg is om de pixels die de lijn vormen te onderscheiden. Zie de linker afbeelding hieronder.
Klik en sleep de muiscursor in het midden van de lijn zodat het gereedschap verscheidene kleurwaarden van de pixels zal verzamelen.
Laat de muisknop los en wacht enkele seconden. De pixels die overeenkomen met de kleuren die zijn verzameld door het gereedschap zullen vanuit de gehele afbeelding worden geselecteerd.
Zoom uit om te zien hoe de groenachtige pixels zijn geselecteerd in de gehele afbeelding.
Als u niet tevreden bent met het resultaat, herhaal dan de bewerking klikken en slepen.
Uw selectie van pixels zou er ongeveer uit moeten zien als op de rechter afbeelding hieronder.
Als u eenmaal klaar bent met het selecteren moet u deze selectie als een nieuwe laag kopiëren en die dan opslaan als een afzonderlijk afbeeldingsbestand:
Kopieer (Ctr+C) de geselecteerde pixels.
En plak de pixels direct (Ctr+V), GIMP zal de geplakte pixels weergeven als een nieuwe tijdelijke laag in het paneel Lagen - Penselen als een Zwevende Selectie (Geplakte laag).
Klik met rechts op die tijdelijke laag en selecteer Naar nieuwe laag.
Klik op het pictogram “oog” naast de originele afbeeldingslaag om die uit te schakelen, zodat alleen de Geplakte laag zichtbaar is:
Selecteer tenslotte Selecteer bestandstype (Volgens extensie) in als een TIFF-afbeelding, selecteer de map
, steldigitizing
en noem hetrautjarvi_map_green.tif
. Selecteer Geen compressie indien daarnaar gevraagd wordt.
U zou hetzelfde proces kunnen uitvoeren met andere elementen in de afbeelding, bijvoorbeeld de zwarte lijnen uitnemen die wegen weergeven of de bruine die de contourlijnen van het terrein weergeven. Maar voor ons zijn de bosopstanden voldoende.
14.3.2. Try Yourself De afbeelding met groene pixels voorzien van geoverwijzingen
Zoals u al in de vorige les deed dient u deze nieuwe afbeelding te voorzien van geoverwijzingen om in staat te zijn om hem te kunnen gebruiken met de rest van uw gegevens.
Onthoud dat u de grondcontrolepunten niet meer hoeft te digitaliseren omdat deze afbeelding nagenoeg hetzelfde is als de originele afbeelding, voor zover het het gereedschap Georeferencer betreft. Hier zijn enkele dingen die u zou moeten onthouden:
Deze afbeelding is, natuurlijk, ook in het CRS KKJ / Finland zone 2.
U zou de grondcontrolepunten moeten gebruiken die u heeft opgeslagen,
.Onthoud om de Transformatie instellingen opnieuw te bekijken.
Noem het uitvoerraster
rautjarvi_green_georef.tif
in de mapdigitizing
.
Controleer of het nieuwe raster netjes past op de originele kaart.
14.3.3. Follow Along: Ondersteunende punten voor digitaliseren maken
Met de gereedschappen voor digitaliseren in QGIS in gedachten, zou u misschien al kunnen denken dat het handig zou zijn aan die groene pixels te ‘snappen’ tijdens het digitaliseren. Dat is precies wat u als volgende gaat doen, punten maken uit die pixels om ze later te kunnen gebruiken om de grenzen van de bosopstanden te volgen tijdens het digitaliseren, met behulp van de beschikbare gereedschappen voor snappen in QGIS.
Gebruik het gereedschap Lesson: Conversie van raster naar vector.
om uw groene lijnen naar polygonen te vectoriseren. Als u niet meer weet hoe, kunt u het nog eens bekijken inSla op als
rautjarvi_green_polygon.shp
in de mapdigitizing
.Zoom in en zie hoe de polygonen eruit zien. U zult iets hebben zoals dit:
De volgende optie is om punten van deze polygonen te maken om hun zwaartepunten te vinden:
Open
.Stel Invoerlaag in op rautjarvi_green_polygon (de polygonenlaag die u zojuist hebt gemaakt)
Stel de uitvoer Centroïdes in op het bestand
green_centroids.shp
in de mapdigitizing
Druk op Uitvoeren. Dit zal de zwaartepunten berekenen voor de polygonen als een nieuwe laag en die toevoegen aan het project.
Nu kunt u de laag
rautjarvi_green_polygon
uit de lagenlijst verwijderen.Wijzig de symbologie van de laag met zwaartepunten als volgt:
Het is niet nodig om de verschillende punten van elkaar te differentiëren, u heeft ze daar alleen maar nodig om ze te laten gebruiken door de gereedschappen voor ‘snappen”. U kunt deze punten nu gebruiken om de originele lijnen veel makkelijker te volgen dan zonder ze.
14.3.4. Follow Along: De bosopstanden digitaliseren
Nu bent u klaar om met het eigenlijke werk van digitaliseren te beginnen. U zou moeten beginnen met het maken van een vectorbestand van het type polygoon, maar, voor deze oefening, is er een shapefile met daarin een gedeelte van het interessegebied dat al is gedigitaliseerd. U zult het digitaliseren voltooien voor de helft van de bosopstanden die zijn overgelaten tussen de belangrijke wegen (brede roze lijnen) en het meer:
Ga naar de map
digitizing
met behulp van uw browser voor bestandsbeheer.Sleep en zet het vectorbestand
forest_stands.shp
op uw kaart neer.Wijzig de symbologie van de nieuwe laag, zodat de polygonen die al gedigitaliseerd zijn, gemakkelijker te zien zijn:
Stel Vulkleur in op groen - en wijzig de Opaciteit naar
50%
.Selecteer Standaard vulling en stel Lijndikte in op
1.00 mm
.
Nu, als u de voorgaande modules heeft onthouden, moeten we de opties voor “snappen” instellen en activeren:
Ga naar
Druk op Snappen inschakelen en selecteer Gevorderde configuratie
Selecteer de lagen green_centroids en forest_stands
Stel het Type voor elke laag in op Hoekpunt
Stel Tolerantie voor elke laag in op
10
Stel Eenheden voor elke laag in op pixels
Sluit de pop-up
Met deze instellingen voor snappen, altijd wanneer u aan het digitaliseren bent en dicht genoeg bij een van de punten in de laag met zwaartepunten of een punt van uw gedigitaliseerde polygonen komt, zal een roze vierkant verschijnen op het punt waaraan zal worden gesnapt.
Schakel tenslotte de zichtbaarheid van alle lagen, met uitzondering van forest_stands en rautjarvi_georef uit. Zorg er voor dat de kaartafbeelding geen transparantie meer heeft.
Een paar belangrijke dingen om te onthouden vóórdat u begint met digitaliseren:
Probeer niet te nauwkeurig te zijn bij het digitaliseren van de randen.
Als een rand een rechte lijn is, digitaliseer die dan met slechts twee knopen. In het algemeen: gebruik bij het digitaliseren zo min mogelijk knopen.
Zoom alleen in om gebieden te sluiten als u denkt dat u nauwkeurig moet zijn, bijvoorbeeld, op sommige hoeken of wanneer u een polygoon wilt verbinden met een andere polygoon op een bepaalde knoop.
Gebruik de middelste knop van de muis om in of uit te zoomen en te verschuiven als u digitaliseert.
Digitaliseer slechts één polygoon per keer.
Na het digitaliseren van een polygoon, schrijf dan het ID van de bosopstand die u kunt zien in de kaart.
Nu kunt u beginnen met digitaliseren:
Lokaliseer de bosopstand
357
in het kaartvenster.Selecteer de laag
forest_stands
.Klik op de knop Bewerken aan/uitzetten om bewerken in te schakelen.
Begin met het digitaliseren van de bosopstand
357
door enkele van de punten met elkaar te verbinden. Onthoud dat de roze vierkanten het snappen aangeven.
Als u gereed bent:
Klik met rechts om het digitaliseren voor die polygoon te beëindigen.
Voer de ID voor de bosopstand in het formulier in (in dit geval
357
).Klik op OK.
Als u er geen formulier verscheen toen u het digitaliseren van de polygoon voltooide, ga naar Voorkom tonen van attributenformulier na intekenen object niet is geselecteerd.
en zorg er voor datUw gedigitaliseerde polygoon zal er ongeveer zo uitzien:
Voor de tweede polygoon gebruiken we bosopstand 358. Zorg er voor dat Kruisingen vermijden. is geselecteerd voor de laag forest_stands (zoals hierboven weergegeven). Deze optie zorgt er voor dat polygonen elkaar niet overlappen. Als u dus digitaliseert over een bestaande polygoon, zal de nieuwe polygoon worden afgebroken op de rand van de al bestaande polygonen. U kunt deze optie gebruiken om automatisch een gezamenlijke rand te krijgen.
Begin het digitaliseren van bosopstand 358 op één van de gemeenschappelijke knopen met de bosopstand 357.
Ga normaal door totdat u bij de volgende gemeenschappelijke knoop voor beide bosopstanden komt.
Digitaliseer tenslotte een aantal punten binnen polygoon 357 er zorg voor dragend dat de gemeenschappelijk rand niet wordt gekruist. Zie de linker afbeelding hieronder.
Klik met rechts om het bewerken van bosopstand 358 te voltooien.
Stel de ID in als
358
.Klik op OK. Uw nieuwe polygoon zou nu een gemeenschappelijke rand moeten hebben met de bosopstand 357, zoals u kunt zien in de afbeelding aan de rechterkant.
Het gedeelte van de polygoon dat de bestaande polygoon overlapte is automatisch afgebroken en u blijft achter met een gemeenschappelijke rand - wat uw bedoeling was.
14.3.5. Try Yourself Digitaliseren van de bosopstanden voltooien
Nu heeft u twee bosopstanden voltooid. En een goed idee over hoe u verder moet gaan. Ga in uw eigen tempo door met digitaliseren totdat u alle bosopstanden, die worden begrensd door de hoofdweg en het meer, heeft gedigitaliseerd.
Het lijkt heel veel werk te zijn, maar u zult er snel aan gewend raken om de bosopstanden te digitaliseren. Het zou u ongeveer 15 minuten moeten kosten.
Gedurende het digitaliseren moet u misschien knopen bewerken of verwijderen, polygonen splitsen of samenvoegen. U heeft over de benodigde gereedschappen geleerd in Lesson: Topologie voor objecten, nu is het waarschijnlijk een goed moment om het nog eens na te lezen.
Onthoud dat met Topologie bewerken activeren geactiveerd, u in staat bent knopen te verplaatsen die gemeenschappelijk zijn voor twee polygonen zodat de gezamenlijke rand tegelijkertijd wordt bewerkt voor beide polygonen.
Uw resultaat zal er uitzien zoals dit:
14.3.6. Follow Along: De gegevens voor de bosopstanden samenvoegen
Het is mogelijk dat de gegevens van de inventarisatie van het bos die u voor uw kaart heeft ook op papier zijn geschreven. In dat geval zou u eerst de gegevens naar een tekstbestand of werkblad moeten wegschrijven. Voor deze oefening is de informatie van de inventarisatie voor 1994 (dezelfde inventarisatie als de kaart) al aanwezig als een komma-gescheiden tekstbestand (csv).
Open het bestand
rautjarvi_1994.csv
uit de mapexercise_data\forestry
in een tekstbewerker en merk op dat het gegevensbestand van de inventarisatie een attribuut heeft, genaamdID
dat de nummers van de bosopstanden bevat. Deze nummers zijn hetzelfde als de ID’s voor de bosopstanden die u voor uw polygonen heeft ingevoerd en kunnen worden gebruikt om de gegevens uit het tekstbestand te koppelen aan uw vectorbestand. U kunt de metadata voor deze gegevens van inventarisatie bekijken in het bestandrautjarvi_1994_legend.txt
in dezelfde map.Voeg nu dit bestand toe aan het project:
Maak een samenvoeging tussen de twee lagen om de gegevens uit het bestand
.csv
te koppelen aan de gedigitaliseerde polygonen:
De gegevens uit het tekstbestand zouden nu moeten zijn gekoppeld aan uw vectorbestand. Selecteer de laag forest_stands
en gebruik Attributentabel openen, om te zien wat er is gebeurd. U kunt zien dat alle attributen van het gegevensbestand voor de inventarisatie nu zijn gekoppeld aan uw gedigitaliseerde vectorlaag.
U zult zien dat de veldnamen worden voorafgegaan door rautjarvi_1994_
. Om dit te wijzigen:
Open de Laageigenschappen voor de laag
forest_stands
.Ga naar de tab Koppelingen.
Selecteer Koppellaag rautjarvi_1994
Klik op de knop Geselecteerde verbinding bewerken om bewerken in te schakelen.
Onder Voorvoegsel voor naam aangepast veld, verwijder de naam van het voorvoegsel
De gegevens uit het .csv
-bestand zijn slechts gekoppeld aan uw vectorbestand. U moet de laag forest_stands
als een nieuw vectorbestand opslaan om deze koppeling permanent te maken, zodat de gegevens feitelijk worden opgenomen in het vectorbestand. Om dit te doen:
14.3.7. Try Yourself Gebied en perimeter toevoegen
U wilt misschien het gebied en de begrenzingen van de bosopstanden berekenen om het verzamelen van de informatie gerelateerd aan deze bosopstanden. U heeft gebieden voor polygonen al berekend in Lesson: Extra oefening. Ga terug naar die les als dat nodig is en bereken de gebieden voor de bosopstanden. Noem het nieuwe attribuut Gebied
en zorg er voor dat de waarden worden berekend in hectares. U zou hetzelfde kunnen doen voor de begrenzingen.
Nu is uw laag forest_stands_1994
gereed en verpakt met alle beschikbare informatie.
Sla uw project op om de huidige lagen van de kaart te behouden voor het geval u daar later terug moet komen.
14.3.8. In Conclusion
Het heeft een aantal muisklikken gekost maar u heeft nu uw oude gegevens van de inventarisatie in digitale indeling en gereed voor gebruik in QGIS.
14.3.9. What’s Next?
U zou nu kunnen beginnen met het uitvoeren van verschillende analyses met uw brandnieuwe gegevensset, maar u bent misschien meer geïnteresseerd in het uitvoeren van analyses op een meer up to date gegevensset. Het onderwerp van de volgende les zal het maken van bosopstanden zijn, met behulp van recente luchtfoto’s en het toevoegen van enige relevante informatie aan uw gegevensset.