2.4. Lesson: Symbologie
De symbologie van een laag is zijn visuele uiterlijk op een kaart. De basissterkte van GIS, boven andere manieren van het weergeven van gegevens met ruimtelijke aspecten, is dat met GIS u een dynamische visuele weergave heeft van de gegevens waarmee u werkt.
Daarom is het visuele uiterlijk van de kaart (die afhankelijk is van de symbologie van de individuele lagen) zeer belangrijk. De eindgebruiker van de kaarten die u maakt moet in staat zijn om eenvoudig te zien wat de kaart weergeeft. Net zo belangrijk is dat u in staat moet zijn de gegevens te verkennen, terwijl u ermee werkt, en goede symbologie helpt daar veel bij.
Met andere woorden: juiste symbologie hebben is geen luxe of leuk om te hebben. In feite is het essentieel voor u om een GIS juist te gebruiken en kaarten en informatie te produceren die mensen kunnen gebruiken.
Het doel voor deze les: Symbologie te kunnen maken die u wilt gebruiken voor een willekeurige vectorlaag.
2.4.1. Follow Along: Kleuren wijzigen
De kleur van de symbologie van een laag wijzigen: open zijn Laageigenschappen. Laten we beginnen met het wijzigen van de kleur van de laag landuse.
Klik met rechts op de laag landuse in de Lagenlijst.
Selecteer het menuitem Eigenschappen… in het menu dat verschijnt.
Notitie
Standaard kunt u ook toegang krijgen tot de eigenschappen van een laag door erop te dubbelklikken in de Lagenlijst.
Selecteer, in het venster Laageigenschappen, de tab Symbologie:
Klik op de knop Kleur selecteren naast het label Kleur. Een standaard dialoogvenster voor kleuren zal verschijnen.
Kies een grijze kleur en klik op OK.
Klik opnieuw op OK in het venster Laageigenschappen en u zult zien dat de wijziging van de kleur is toegepast op de laag.
2.4.2. Try Yourself
Wijzig de kleur van de laag water naar lichtblauw. Probeer het paneel Laag opmaken te gebruiken in plaats van het menu Laageigenschappen.
2.4.3. Follow Along: Symboolstructuur wijzigen
Dit gaat tot dusverre prima, maar er is meer symbologie op een laag dan alleen de kleur ervan. Vervolgens willen we de lijnen elimineren, die tussen de verschillende gebieden van landuse bestaan, om de kaart visueel minder rommelig te laten lijken.
Open het venster Laageigenschappen voor de laag landuse.
Op de tab Symbologie zult u hetzelfde dialoogvenster zien als eerder. Deze keer echter gaat u meer doen dan alleen snel de kleur wijzigen.
Vergroot, in de boom van symboollagen, de keuzelijst Vulling en selecteer de optie Standaard vulling:
Klik op de keuzelijst Lijnstijl. Op dit moment zou die een korte lijn moeten laten zien en de woorden Doorlopende lijn.
Wijzig dit naar Geen Pen.
Klik op OK.
Nu zal de laag landuse geen lijnen tussen gebieden meer hebben.
2.4.4. Try Yourself
Wijzig de symbologie van de laag water opnieuw zodat het een meer donkerblauwe rand heeft.
Wijzig de symbologie van de laag rivers naar een zinvolle weergave van waterwegen.
Onthoud: u kunt de knop Paneel Laag opmaken openen gebruiken en direct alle wijzigingen zien. Dat paneel stelt u ook in staat individuele wijzigingen bij het symboliseren van een laag ongedaan te maken.
2.4.5. Follow Along: Op schaal gebaseerde zichtbaarheid
Soms zult u vinden dat een laag niet geschikt is voor een opgegeven schaal. Een gegevensset van, bijvoorbeeld, alle werelddelen kan een laag detail hebben en niet heel nauwkeurig zijn op straatniveau. Wanneer dat gebeurt wilt u in staat zijn de gegevensset te verbergen voor niet toepasselijke schaalgrootten.
In ons geval zouden we kunnen besluiten om de gebouwen te verbergen van weergave op kleine schaalgrootten. Deze kaart bijvoorbeeld…
… is niet erg nuttig. De gebouwen zijn moeilijk te onderscheiden op die schaal.
Inschakelen van renderen gebaseerd op schaal:
Open het dialoogvenster Laageigenschappen voor de laag buildings.
Activeer de tab Rendering.
Schakel op schaal gebaseerd renderen in door te klikken op het keuzevak gelabeld Schaalafhankelijke zichtbaarheid:
Wijzig de waarde Minimum naar 1:10.000.
Klik op OK.
Test de effecten hiervan door in- en uit te zoomen op uw kaart, merk op wanneer de laag buildings verdwijnt en weer verschijnt.
2.4.6. Follow Along: Symboollagen toevoegen
Nu u weet hoe u eenvoudige symbologie voor lagen kunt wijzigen, is de volgende stap om meer complexe symbologie te maken. QGIS stelt u in staat dit te doen met behulp van symboollagen.
Ga terug naar de symbooleigenschappen van de laag landuse (door te klikken op Standaard vulling in de boom met symboollagen).
In dit voorbeeld heeft het huidige symbool geen rand (d.i. het gebruikt de randstijl Geen Pen).
Selecteer het niveau Vulling in de boom en klik op de knop Symboollaag toevoegen. Het dialoogvenster zal wijzigen en er ongeveer uitzien zoals hier, met een nieuw toegevoegde symboollaag:
Het zou er, bijvoorbeeld, qua kleur iets anders uit kunnen zien, maar u gaat dat toch wijzigen.
Nu is er een tweede symboollaag. Omdat het een effen kleur is zal het natuurlijk het eerdere soort symbool volledig bedekken. En het heeft de randstijl Doorlopende lijn, die we niet willen. Duidelijk is dat dit symbool moet worden gewijzigd.
Notitie
Het is belangrijk de kaartlaag en een symboollaag niet met elkaar te verwarren. Een kaartlaag is een vector (of raster) die in de kaart is geladen. Een symboollaag maakt deel uit van het symbool dat wordt gebruikt om een kaartlaag weer te geven. Deze cursus zal gewoonlijk naar een kaartlaag verwijzen als laag, maar een symboollaag zal, om verwarring te voorkomen, altijd een symboollaag worden genoemd.
Met de nieuwe laag Standaard vulling geselecteerd:
Stel, net als tevoren, de randstijl in op Geen Pen.
Wijzig de stijl voor de vulling naar iets anders dan Doorgetrokken of Geen vulling. Bijvoorbeeld:
Klik op OK.
Nu kunt u uw resultaten bekijken en ze eventueel nog iets verfijnen. U kunt zelfs meerdere extra symboollagen toevoegen en op die manier een soort textuur voor uw laag maken.
Het is leuk! Maar het heeft vermoedelijk teveel kleuren om op een echte kaart te gebruiken…
2.4.7. Try Yourself
Onthoud om in te zoomen als dat nodig is, maak een eenvoudige, maar niet te afleidende textuur voor de laag buildings met behulp van bovengenoemde methoden.
2.4.8. Follow Along: Niveaus van symbolen schikken
Wanneer symboollagen worden gerenderd, worden zij ook in een serie gerenderd, soortgelijk aan de manier waarop verschillende kaartlagen worden gerenderd. Dit betekent dat, in sommige gevallen, als u veel symboollagen in één symbool heeft, dat onverwachte resultaten kan opleveren.
Geef de laag roads een extra symboollaag (met de methoden voor het toevoegen van symboollagen zoals hierboven gedemonstreerd).
Geef de basislijn een Lijndikte van
1.5
en een zwarte kleur.Geef de nieuwe, bovenste laag een dikte van 0,8 en een witte kleur.
U zult zien dat dit gebeurd:
Wel, wegen hebben nu een straat-achtige symbologie, maar u ziet dat lijnen elkaar overlappen op elke kuising. Dat is helemaal niet wat we willen!
U kunt de niveaus van symbolen sorteren en daarmee beheren in welke volgorde de verschillende symboollagen worden gerenderd om te voorkomen dat dit gebeurt,
De volgorde van de symboollagen wijzigen:
Selecteer de bovenste laag Lijn in de boom van de symboollagen.
Klik op
aan de rechter onderzijde van het venster.Dit zal een dialoogvenster openen zoals dit:
Selecteer Symboollagen tonen. U kunt dan de volgorde van de lagen van elk symbool instellen door het overeenkomende nummer voor het niveau in te voeren. 0 is de onderste laag.
In ons geval willen we alleen de optie activeren, zoals dit:
Dit zal de witte lijn bovenop de dikke zwarte lijnranden renderen.
Klik tweemaal op OK om terug te keren naar de kaart.
De kaart zal er nu zo uitzien:
Als u klaar bent, onthoud dan om het symbool zelf op te slaan om niet uw werk te verliezen als in de toekomst het symbool opnieuw wijzigt. U kunt de huidige stijl van uw symbool opslaan door te klikken op de knop Stijl opslaan… aan de onderzijde van het dialoogvenster Laageigenschappen. We zullen de indeling QGIS QML stijlbestand gebruiken.
Sla uw stijl op onder solution/styles/better_roads.qml
. U kunt een eerder opgeslagen stijl op elk moment laden door te klikken op de knop Stijl laden…. Onthoud, voordat u een stijl wijzigt, dat elke niet opgeslagen stijl die u vervangt verloren gaat.
2.4.9. Try Yourself
Wijzig het uiterlijk van de laag roads opnieuw.
Maak de wegen smal en geel, met een dunne bleke grijze rand en een dunne zwarte lijn in het midden. Onthoud dat u misschien de volgorde voor het renderen van de laag moet wijzigen via het dialoogvenster
.2.4.10. Try Yourself
Symboollagen werken ook voor geclassificeerde lagen (d.i. lagen die meerdere symbolen hebben). Omdat we classificatie nog niet behandeld hebben, zult u werken met enige rudimentaire vooraf geclassificeerde gegevens.
Maak een nieuw project en voeg alleen de gegevensset roads toe.
Pas het stijlbestand
advanced_levels_demo.qml
, verschaft inexercise_data/styles
, toe op de laag. Dit kan worden gedaan met het combinatievak aan de onderzijde van het dialoogvenster Laageigenschappen.Zoom in op het gebied Swellendam.
Zorg er met behulp van symboollagen voor dat de randen van lagen in elkaar vloeien zoals in de afbeelding hieronder:
2.4.11. Follow Along: Typen symboollagen
In aanvulling op het instellen van vulkleuren en het gebruiken van vooraf gedefinieerde patronen, kunt u geheel andere typen symboollagen gebruiken. Het enige type dat we tot op heden hebben gebruikt, was het type Standaard vulling. De meer geavanceerde typen symboollagen stellen u in staat uw symbolen nog verder aan te passen.
Elk type vector (punt, lijn en polygoon) heeft zijn eigen set van typen symboollagen. Eerst zullen we kijken naar de typen die beschikbaar zijn voor punten.
Typen symboollagen voor punt
Deselecteer alle lagen, met uitzondering van places.
Wijzig de eigenschappen voor de laag places:
Een type symboollaag kan worden gekozen door in de boom van de symboollagen Standaard symbool te selecteren uit de keuzelijst Symboollaagtype:
Onderzoek de verschillende opties die voor u beschikbaar zijn en kies een symbool met de stijl waarvan u denkt dat die toepasselijk is.
Indien u twijfelt, gebruik dan een rond Standaard symbool met een witte rand en een bleke groene vulling, met een Grootte van
3.00
en een Lijndikte van0.5
.
Typen symboollagen voor lijn
De verschillende beschikbare opties voor lijngegevens bekijken:
Wijzig het Type symboollaag voor de bovenste symboollaag van roads naar Symbolen-lijn:
Selecteer de laag Standaard symbool in de boom van de symboollagen. Wijzig de eigenschappen voor het symbool zodat ze overeenkomen met dit dialoogvenster:
Selecteer de laag Symbolen-lijn en wijzig de interval naar
1.00
:Controleer of de symboolniveaus correct zijn (in het dialoogvenster
dat we eerder gebruikten) alvorens de stijl toe te passen.
Als u de stijl eenmaal heeft toegepast kijk dan even naar de resultaten op de kaart. Zoals u kunt zien wijzigen deze symbolen van richting met de weg, maar buigen er niet altijd mee. Dit is voor sommige doeleinden nuttig, maar niet voor andere. Als u wilt, kunt u de symboollaag terug veranderen naar de manier waarop het eerder was.
Typen symboollagen voor polygoon
De verschillende beschikbare opties voor polygoongegevens bekijken:
Wijzig het Symboollaagtype voor de laag water, zoals eerder voor de andere lagen.
Onderzoek wat de verschillende opties in de lijst kunnen.
Kies er een die u geschikt vindt.
Indien u twijfelt, gebruik dan de Puntpatroonvulling met de volgende opties:
Voeg een nieuwe symboollaag toe met een normale Standaard vulling.
Maak hem hetzelfde lichte blauw met een donkerblauwe rand.
Verplaats het tot onder de puntpatroonvulling-symboollaag met de knop Naar beneden:
Als resultaat heeft u een symbool met textuur voor de laag met water, met het toegevoegde voordeel dat u de grootte vorm en afstand van de individuele stippen die de textuur vormen kunt wijzigen.
2.4.12. Try Yourself
Pas een groene transparante vulkleur toe op de laag protected_areas en wijzig de omtrek zodat het er uitziet zoals dit:
2.4.13. Follow Along: Symbologie voor Geometrie-generator
U kunt de Symbologie voor geometrie-generator gebruiken met alle typen lagen (punten, lijnen en polygonen). Het resulterende symbool is direct afhankelijk van het type laag.
Heel kort, de Symbologie voor geometrie-generator stelt u in staat enkele ruimtelijke bewerkingen uit te voeren binnen de symbologie zelf. U kunt bijvoorbeeld een echte ruimtelijke bewerking voor het zwaartepunt uitvoeren op een polygonen-laag, zonder een puntenlaag te maken.
Meer nog, u heeft alle opties voor de opmaak om het uiterlijk van het resulterende symbool te wijzigen.
Laten we het eens proberen!
Selecteer de laag water.
Klik op Standaard vulling en wijzig het Symboollaagtype naar Geometrie-generator.
Vóór we beginnen met het schrijven van de ruimtelijke query moeten we het type geometrie kiezen voor de uitvoer. In dit voorbeeld gaan we zwaartepunten maken voor elk object, wijzig dus het type geometrie naar Punt / Multipunt.
Laten we dan nu de query schrijven in het paneel voor de query:
centroid($geometry)
Wanneer u klikt op OK zult u zien dat de laag water is gerenderd als een puntenlaag! We hebben zojuist een ruimtelijke bewerking uitgevoerd binnen de laag op de symbologie zelf, is dat niet verbazingwekkend?
Met de symbologie van de Geometrie-generator kunt u echt over de grenzen van normale symbologie gaan.
Try Yourself
Geometrie-generator is slechts een ander niveau symbool. Probeer een andere Standaard vulling toe te voegen onder de Geometrie-generator.
Wijzig ook het uiterlijk van de Standaard markering van de symbologie van de Geometrie-generator.
Het uiteindelijke resultaat zou er als volgt uit moeten zien:
2.4.14. Follow Along: Een aangepaste SVG-vulling maken
Notitie
U moet de gratis software voor het bewerken van vectoren Inkscape hebben geïnstalleerd om deze oefening te kunnen doen,
Start het programma Inkscape. U zult de volgende interface zien:
Dit zou u bekend kunnen voorkomen als u eerder andere programma’s voor het bewerken van vectorafbeeldingen, zoals Corel, hebt gebruikt.
Eerst zullen we het werkvenster wijzigen naar een grootte die toepasselijk is voor een kleine textuur.
Klik op het menuitem Documenteigenschappen tonen.
. Dit zal u het dialoogvensterWijzig Eenheden naar px.
Wijzig de Breedte en Hoogte naar
100
.Sluit het dialoogvenster als u klaar bent.
Klik op het menuitem
om de pagina te zien waar u mee werkt.Selecteer het gereedschap Cirkel:
Klik en sleep op de pagina om een ellips te tekenen. Houd de toets Ctrl ingedrukt terwijl u tekent, om van de ellips een cirkel te maken.
Klik met rechts op de cirkel die u zojuist gemaakt hebt en open zijn opties Vulling en lijn. U kunt het renderen aanpassen, zoals:
Wijzig de laag Vulling naar een lichtere kleur blauw.
Wijs, op de tab Lijnkleur, een donkerder kleur toe aan de rand.
En verklein de dikte van de rand op de tab Lijnstijl.
Teken een lijn met behulp van het gereedschap Potlood:
Klik eenmaal om de lijn te beginnen. Houd Ctrl ingedrukt om het te laten ‘snappen’ in stappen van 15 graden.
Verplaats de aanwijzer horizontaal en plaats een punt met één enkele klik.
Klik en snap aan het hoekpunt van de lijn en maak een verticale lijn, beëindig die met één enkele klik.
Verbindt de twee eindpunten met elkaar.
Wijzig de kleur en breedte van het symbool Driehoek om het overeen te laten komen met de rand van de cirkel en verplaats het indien nodig, zodat u eindigt met een symbool zoals dit:
Als het symbool naar uw wensen is, sla het op als landuse_symbol in de map waar de cursus in staat, onder
exercise_data/symbols
, als SVG-bestand.
In QGIS:
Open Laageigenschappen voor de laag
landuse
.Wijzig, op de tab Symbologiel, de structuur van het symbool door het Symboollaagtype te wijzigen naar
SVG-vulling
, zoals hieronder weergegeven.Klik op de knop … en dan op Openen… om uw SVG-afbeelding te selecteren.
Het wordt toegevoegd aan de boom met symbolen en u kunt nu de verschillende karakteristieken ervan aanpassen (kleuren, hoek, effecten, eenheden…).
Als u eenmaal het dialoogvenster hebt gevalideerd, zouden objecten op de laag landuse nu moeten zijn bedekt door een verzameling symbolen, die een textuur weergeven zoals die op de volgende kaart. Als texturen niet zichtbaar zijn, dient u misschien in te zoomen op het kaartvenster of een grotere Breedte voor de textuur in te stellen in de eigenschappen van de laag.
2.4.15. In Conclusion
Wijzigen van de symbologie voor de verschillende lagen heeft een collectie vectorbestanden getransformeerd naar een leesbare kaart. Niet alleen kunt u zien wat er gebeurt, het ziet er ook leuk uit!
2.4.16. Further Reading
2.4.17. What’s Next?
Wijzigen van symbolen voor gehele lagen is nuttig, maar de informatie die is opgenomen in elke laag is nog niet beschikbaar voor iemand die deze kaart leest. Hoe heten de straten? Tot welke administratieve regio’s behoren bepaalde gebieden? Wat zijn de relatieve oppervlaktegebieden van de boerderijen? Al deze informatie is nog steeds verborgen. De volgende les zal uitleggen hoe u deze gegevens op uw kaart weergeeft.
Notitie
Heeft u onthouden om uw kaart regelmatig op te slaan?