24.2.4. Plug-in Geometrieën controleren¶
Geometrieën controleren is een krachtige bronplug-in om de geldigheid van een geometrie op een laag te controleren en te repareren. Het is beschikbaar in het menu ).
24.2.4.1. De controles configureren¶
Het dialoogvenster Geometrieën controleren geeft verschillende gegroepeerde instellingen weer op de eerste tab (Set-up):
Invoer vectorlaag: om de lagen te selecteren die gecontroleerd moeten worden. Het keuzevak
Alleen geselecteerde objecten kan worden gebruikt om het controleren van de geometrieën te beperken tot de geselecteerde objecten.
Toegestane typen geometrie: om alleen bepaalde typen geometrie toe te staan, zoals punt, multipunt, lijn, multilijn, polygoon en multipolygoon.
Geldigheid geometrie: afhankelijk van de typen geometrie kan de gebruiker kiezen uit
Zelf kruisend,
Duplicaat knopen,
Eigen contacten en
Polygoon met minder dan 3 knopen.
Eigenschappen geometrieën: afhankelijk van de typen geometrie kan de gebruiker kiezen uit
Polygonen en multipolygonen mogen geen gaten bevatten,
Meerdelige objecten moeten bestaan uit meer dan één deel en
Lijnen moeten geen uitschieters hebben.
Voorwaarden geometrie: gebruiker kan enkele voorwaarden toevoegen voor de geldigheid van de geometrieën met een minimale segmentlengte, een minimum hoek met het segment, een minimale oppervlakte van de polygoon en detectie van polygonen met splinters.
Controles topologie: afhankelijk van de typen geometrie kan de gebruiker kiezen uit
Controle op duplicaten,
Controle op objecten binnen andere objecten,
Controle op overlap kleiner dan
,
Controle op gaten kleiner dan
,
Punten moeten zijn bedekt door lijnen,
Punten moeten netjes binnen een polygoon liggen,
Lijnen moeten niet kruisen met andere lijnen,
Lijnen moeten niet kruisen met objecten op de laag
,
Polygonen moeten grenzen van de laag volgen
.
Tolerantie: u kunt hier de tolerantie voor de controle in kaarteenheden definiëren.
Uitvoervectorlagen geeft de gebruiker de keuze hoe het resultaat te verkrijgen, tussen aanpassen van de huidige laag en het maken van een nieuwe laag.
Wanneer u tevreden bent met de configuratie, kunt u op de knop Uitvoeren drukken.

Fig. 24.17 De plug-in Geometrieën controleren¶
De plug-in Geometrieën controleren kan de volgende fouten vinden:
Zelf kruisend: een polygoon die zichzelf kruist;
Duplicaat knopen: twee duplicaat knopen in een segment;
Gaten: gat in een polygoon;
Lengte segment: een lengte van het segment die kleiner is dan een drempelwaarde;
Minimum hoek: twee segmenten met een hoek die kleiner is dan een drempelwaarde;
Minimum gebied: gebied van polygoon is kleiner dan een drempelwaarde;
Splinter polygoon: deze fout komt uit bijzonder kleine polygonen (met een klein gebied) met een grote omtrek;
Duplicaten van objecten;
Object binnen object;
Overlap: overlappende polygonen;
Gaten: gaten tussen polygonen.
De volgende afbeelding toont de verschillende controles die worden uitgevoerd door de plug-in.

Fig. 24.18 Enkele controles die worden ondersteund door de plug-in¶
24.2.4.2. De resultaten analyseren¶
De resultaten verschijnen op de tweede tab (Resultaat) en als een overzichtslaag van de fouten in het kaartvenster (de naam heeft het standaard voorvoegsel checked_
). Een tabel vermeld de Resultaat Geometrie controleren met één fout per rij en kolommen die bevatten: de laagnaam, een ID, het type fout, dan de coördinaten van de fout, een waarde (afhankelijk van het type fout) en tenslotte de kolom met de oplossing die de oplossing voor de fout aangeeft. Aan de onderzijde van de tabel kunt u de fout Exporteren naar verschillende bestandsindelingen. U heeft ook een telling voor het totale aantal fouten en gerepareerde.
U kunt een rij selecteren om de locatie van de fout te bekijken. U kunt dit gedrag wijzigen door een andere actie te selecteren uit Fout (standaard),
Object,
Niet verplaatsen, en
Contouren van geselecteerde objecten accentueren.
Onder de actie Zoomen bij het klikken op de rij kunt u:
Geselecteerde fouten repareren, met behulp van standaard oplossing;
Geselecteerde fouten repareren, prompt voor methode van oplossing. U zult ene venster te zien krijgen waarin u de methode voor de oplossing kunt kiezen, waaronder:
Samenvoegen met naastgelegen polygoon met langste gedeelde rand;
Samenvoegen met naastgelegen polygoon met grootste gebied;
Samenvoegen met naastgelegen polygoon met identieke waarde voor attribuut, als die er is, of laat zoals het is;
Object verwijderen;
Geen actie.
Tip
Meerdere fouten repareren
U kunt meerdere fouten repareren door meer dan één rij te selecteren in de tabel met de actie CTRL + klik.
De standaard actie kan worden gewijzigd met het laatste pictogram Instellingen voor oplossingen van fouten. Voor sommige typen fouten kunt u de standaard actie wijzigen naar enkele specifieke acties of Geen actie.
Tenslotte kunt u nog kiezen Te gebruiken attribuut bij samenvoegen van objecten op waarde van een attribuut.